Het plan van Jean Todt om het algehele testverbod op te heffen en een gelimiteerd aantal testdagen toe te staan gedurende het seizoen, wordt niet door alle teams met open armen ontvangen. Vooral de kleinere teams vrezen de extra kosten die dit met zich mee zou brengen.

“Waarom zouden we teruggaan in de tijd”, zegt Force India’s teammanager Otmar Szafnauer tegenover Autosport. Toen het testverbod werd ingesteld was hij werkzaam voor Honda. “We waren toen tegen het verbod, maar achteraf gezien moeten we toegeven dat het een goede beslissing was. Net als het afschaffen van kwalificatieauto’s en -motoren door parc ferme in te stellen en krachtbronnen en versnellingsbakken langer mee te laten gaan. Allemaal maatregelen die niet ten koste zijn gegaan van de show, maar wel veel geld hebben bespaard.” 

Szafnauer voelt er dan ook niets voor een terugkeer van testteams. “Met negentien, of twintig, races wordt ons personeel al enorm belast. Dan kun je niet van ze verlangen dat ze er nog eens twee of drie tests bij doen. Maar met een extra team voor het testwerk kunnen de kosten weer uit de hand lopen. Daar komen de kosten voor het rijden zelf nog eens bij.” 

Ferrari pleit daarentegen al jaren om het testverbod op te heffen. “De Formule 1 is de enige professionele sport waarbij het niet is toegestaan te trainen”, aldus Luca di Montezemolo. Volgens FOTA-voorzitter Martin Whitmarsh moeten de topteams echter rekening houden met de kleinere teams. “Veel teams willen graag meer testen, maar we moeten de andere teams respecteren”, zegt hij tegen persbureau Reuters. “Als de topteams gaan testen en ze hier voordeel uithalen ten opzichte van de kleine teams is dat niet goed voor de sport. We moeten op de kosten blijven letten.”