De Formule 1 kent tal van geheimen, maar soms wordt een tipje van de sluier opgelicht. Shell, de brandstofleverancier van Ferrari, laat voor één keer journalisten toe tot het Technology Centre in Hamburg. Een rondleiding door het lab waar de brandstoffen voor Sebastian Vettel en Charles Leclerc ontwikkeld worden.

Eén van de meest indrukwekkende onderdelen van het Shell laboratorium is het Shell Track Lab. Een laboratorium-to-go, zeg maar. Het is een compacte truck waar pakweg tien mensen in passen. Hierin worden de brandstoffen en smeermiddelen van Ferrari gecontroleerd door Paul Johnson, die ervoor zorgt dat ze naar behoren werken en aan alle regels voldoen om diskwalificatie te voorkomen.

”Ons lab neemt veel ruimte in beslag in de paddock”, zegt Johnson. ”Soms is er geen ruimte voor het lab en moeten we een deel van de garage gebruiken. Het zegt dus genoeg dat Ferrari ons er desondanks elk weekend bij wil hebben. Elke dag, voor en na elke sessie, nemen we een oliemonster om te kijken of alles in orde is.”

Hoeveel benzine er meegaat? ”Elk raceweekend 1400 liter per team. Dat is meer dan genoeg voor het hele weekend. Elke coureur heeft een limiet van 110 kilogram per race, dus we hebben niet veel nodig”, aldus Johnson.

 

In de nieuwste editie van FORMULE 1, nr. 17, lees je over de voorwaarden waaraan de brandstof van een Formule 1-auto moet voldoen en hoe Shell zich voorbereidt op de toekomst van E-Mobility. FORMULE 1 nr. 17 ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.