Tweemaal won hij de Grand Prix van Engeland (1999, 2000). Een goede klassering van David Coulthard op Engelse bodem bleef dit keer echter uit. Hij werd twaalfde, ver buiten de punten. Evenals teamgenoot Christian Klien, met de veertiende plek. Teleurstellend. Met name na de podiumplaats van twee weken geleden in Monaco. Klien betitelt de race zelfs als rampzalig.

Coulthard begon vanaf de elfde positie, en verloor dus alleen maar. De reden? ,,De auto onderstuurde enorm”, legt hij uit. ,,Veel meer dan in de kwalificatie en de trainingen. En dat verraste me. Ik denk dat er aan de onderkant iets beschadigd is toen ik in Stowe te ver over de kerbstones ging in het gevecht met Jacques Villeneuve.” Hij vervolgt: ,,Om het onderstuur te reduceren hebben we aan de voorkant twee procent meer vleugel gezet. En dat is veel. Maar het werd daardoor wel wat beter.”

Toch had er ook zonder die enorme hoeveelheid onderstuur niet veel meer ingezeten, meent Coulthard. ,,Qua betrouwbaarheid gaat het goed, maar op aërodynamisch vlak, een heel belangrijk aspect op deze baan, staan we niet waar we moeten staan. Daar moeten we aan werken. En dat doet het team ook. Daarom zie ik ook uit naar de test van komende week.”

Teamgenoot Christian Klien verging het al niet veel beter. Ook hij had problemen. En bleef ver uit de buurt van de punten. ,,Het was een ramp”, vindt hij dan ook. ,,Ik moest de race aanvangen met gebruikte banden, waardoor ik twee plaatsen verloor bij de start. Het was lastig om ze op temperatuur te krijgen. En ik had last van heel veel onderstuur. Dat leverde problemen op in de snelle bochten, wat weer als gevolg had dat ik tijd verloor in de eerste sector.”

,,De tweede stint ging het beter, met meer voorvleugel. De snelheid was op dat moment zelfs erg goed. Ik maakte tijd goed op David, maar helaas niet genoeg om Tonio (Liuzzi, die dertiende werd, red.) te passeren. In de laatste stint raakten mijn banden zwaar beschadigd, waardoor de rondetijden die de auto in de laatste tien ronden kon rijden veel hoger lagen dan die van de topacht.”

PPB