Zo’n slecht begin van een raceweekend maakte Red Bull Racing dit jaar nog niet mee. Beide coureurs zagen de trainingen vooral als een manier om even niet aan het drama van afgelopen zondag in Suzuka te hoeven denken.

Vooral Daniel Ricciardo kende een moeizame vrijdag. Met een twaalfde en een dertiende plek verloor de Aussie zeven tienden van een seconde op zijn teamgenoot Sebastian Vettel, en tot overmaat van ramp ging minuten voor het einde van de tweede training zijn motor kapot. “Het was de laatste vrijdag dat we met die motor zouden rijden, dus zo erg is het niet”, relativeert Ricciardo het defect echter.

“Na Japan probeer je er hier gewoon het beste van te maken”, zegt Ricciardo. “Ik zou liegen als ik zou zeggen dat er geen andere dingen door m’n hoofd spoken, maar je doet je best om honderd procent toegewijd te zijn aan het racen. Dat was nog niet zo makkelijk als ik had verwacht.”

Vettel

Regerend wereldkampioen Vettel was dus de snelste Red Bull van de dag, maar ziet al te goed in dat ‘snel’ hier een relatief begrip is: “Het ziet er naar uit dat we het hier niet makkelijk gaan krijgen. Het is een mooi circuit, maar het is ons misschien niet op het lijf geschreven.” Vettels achterstand van 1,8 seconde op Hamilton lijkt die richting in elk geval op te wijzen.

“Helpt het na wat er in Japan is gebeurd om de auto weer in te gaan?”, vraagt de Duitser zich af. “Ja en nee. Het zorgt voor wat afleiding, omdat je aan de slag moet met de afstelling en de banden. Maar aan de andere kant is het nog maar een paar dagen geleden, dus dat maakt het best moeilijk.”