Nico Rosberg moet naar eigen zeggen eerst wennen aan het systeem achter de verstelbare vleugel voordat hij de nieuwe optie blind vertrouwt.

De dag begon voor Rosberg nog met een volle agenda. Aan het begin van de ochtend presenteerde Mercedes GP de nieuwe MGP W02 . Niet lang daarna mocht de Duitse Formule 1-coureur echt aan de slag. Hij kreeg de eer om de eerste rondjes met de nieuwe wagen te rijden.

Na negen ronden was het feestje voorlopig echter weer voorbij dankzij een hydraulisch lek. Echt wennen aan de nieuwe auto kon Rosberg vandaag dus niet. Daar heeft hij morgen de hele dag de tijd voor. Zijn eerste impressie was in ieder geval goed, maar de verstelbare achtervleugel en hij werken nog niet vlekkeloos samen. Wennen, noemt hij dat.

“Als je op het knopje drukt voel je de auto lichter worden. Daarna laat je de knop weer los en denk je aanvankelijk: ‘Pfoe, wat nou als dat ding niet is teruggeklapt?’ Je zou dan immers flink de pineut zijn”, meent Rosberg. “Je moet je er aan aanpassen en dat kost tijd. Veel verschilt het niet van KERS, maar je weet niet hoeveel tijd de achtervleugel nodig heeft om weer terug te klappen.”

“Van het KERS-systeem weet je dat je die tot vlak voor het remmen kunt gebruiken. Dat voelt heel natuurlijk aan. Nu weet ik echter niet of de achtervleugel weer goed op zijn plek zit. Daar maak ik mij een beetje zorgen om”, vervolgt de coureur uit Wiesbaden.

“Het idee achter dit systeem is goed omdat het inhalen absoluut eenvoudiger gaat maken. Simpel in gebruik is het echter niet. Het kost veel tijd om aan te wennen. Absoluut. Het voelt nu nog niet natuurlijk aan.”