Met zijn 36 jaar is Jarno Trulli de jongste niet meer, maar de Italiaan heeft vooralsnog geen plannen om zijn helm aan de wilgen te hangen.

Trulli laat in interview met Motorsport-Total weten dat het hem soms zwaar valt om in dienst van Lotus in de achterhoede te bivakkeren, maar er in gelooft dat hij samen met het team de weg naar boven kan vinden. "Ik moet geduldig zijn", ziet Trulli in. "Lotus heeft een plan voor de langere termijn. Het was van tevoren al duidelijk dat het eerste seizoen moeilijk zou worden."

Aangezien hij nu echter het zware opbouwwerk voor zijn rekening neemt bij de Maleisisch-Britse renstal, hoopt Trulli daar in de komende jaren uiteraard ook de vruchten van te plukken. De kans dat Trulli ook volgend jaar weer voor Lotus rijdt is dan ook zeer reëel.

Het team heeft, bij monde van technisch directeur Mike Gascoyne, al aangegeven graag verder te gaan met Trulli, maar de coureur zelf is wat minder uitgesproken: "Ik heb een contract voor drie jaar, maar meer dan dat kan ik er niet over zeggen. Volgend jaar wil ik in ieder geval nog bij Lotus rijden. Verder vooruit kijk ik nog niet en ik ben er ook nog niet uit of ik mijn carrière bij Lotus wil afsluiten."

Trulli, die eerder in zijn loopbaan voor grote teams als Renault en Toyota reed, is echter realistisch genoeg om te beseffen dat een overstap naar een topteam er voor hem niet meer inzit. "Ik verwacht niet dat een dergelijke stap nog mogelijk is. Ik hoop daarom dat we van Lotus een topteam kunnen maken."

Hoe lang hij überhaupt nog door wil gaan, heeft Trulli nog niet bepaald. "Ik weet het eerlijk gezegd niet", zegt hij. "Wat ik echter wel weet, is dat ik ermee stop als ik niet snel meer ben. Als ik het tempo niet meer kan bijbenen heeft het geen nut om nog langer in de Formule 1 actief te blijven."

"Voorlopig ben ik in ieder geval nog ontzettend gemotiveerd", benadrukt de 36-jarige veteraan. "Ik slaag er nog altijd in de doelen te behalen die ik voor mezelf in gedachten heb. Omdat ik in de achterhoede in de weer ben, valt het misschien niet op, maar ik vecht nog steeds als een jonge jongen."