Lewis Hamilton is het seizoen prima begonnen: de tweede plaats was meer dan hij voor aanvang van het seizoen voor mogelijk had gehouden.

“Ik denk dat we zeker erg trots op onszelf kunnen zijn”, verklaart de als tweede geëindigde Hamilton tijdens de persconferentie na de race. “Dit is een resultaat dat we twee weken geleden nog niet voor mogelijk hadden gehouden”, blikt hij terug op de moeilijke winter die McLaren achter de rug heeft.

“Dit was dan ook een goed resultaat voor ons”, luidt de logische conclusie van de Engelsman, die bovendien erg gelukkig was met het feit dat zijn MP4-26 het tot het einde volhield. “We hadden er namelijk nog niet eerder een dergelijke afstand mee gereden, dus dat was positief.”

Hamilton – die de race ook als tweede van start ging – had tijdens de start even een spannend momentje met de als derde vertrokken Mark Webber, die ogenschijnlijk beter uit de startblokken kwam.

De McLaren-rijder wist de aanval van de thuisrijder echter af te slaan, en richtte zijn vizier daarna op de latere winnaar Sebastian Vettel. Hamilton wist de koploper tijdens de eerste fase van de wedstrijd aardig bij te benen: “Ik liep zelfs op hem in”, benadrukt Hamilton, voor wie dat later in de race niet meer mogelijk was, nadat hij de bodemplaat van zijn auto beschadigd had: “Ik weet niet precies hoe dat gebeurd is. Het is mogelijk dat het tijdens mijn excursie langs de baan gebeurde, maar het kan ook al eerder geweest zijn.”

“We verloren er hoe dan ook veel downforce door, dus vanaf dat moment was het vooral zaak om de schade te beperken de auto thuis te brengen”, besluit een contente Hamilton.