Max Verstappen wil geen cijfer aan 2017 hangen, maar vindt dat hij zichzelf op sommige onderdelen wel duidelijk heeft verbeterd. Vooral in het kwalificeren. “Maar dat heeft vooral met ervaring te maken”, meent hij. “Hoe beter je je kwalificeert, een des te betere uitgangspositie heb je. Vaak gaat het in de race dan ook beter.”

Nog één nummertje, in de woestijn, dan zit zijn derde jaar in de Formule 1 erop. Van collega Daniel Ricciardo kreeg hij daarvoor alle lof toegezwaaid. Volgens de Australiër is zijn teamgenoot als coureur behoorlijk gegroeid. “Het gaat uiteindelijk toch vooral om ervaring”, meent Verstappen, die het compliment dankbaar aanvaardde. “En details. Ik heb weinig in de lagere categorieën geracet en als je dan meteen in een Formule 1-auto moet springen, is dat niet even gemakkelijk. Vorig jaar voelde als een speelgoedauto, dit is meer een raceauto. Je kunt er sneller de bochten mee in en dat helpt mij.”

Met twee overwinningen, twee podiumplaatsen en zeven uitvalbeurten kende Verstappen een bewogen jaar. In 2016 leverde onder andere de winst bij de Spaanse GP in Barcelona hem de titel sportman van het jaar op. Hij zou er ook nu weer in aanmerking voor kunnen komen. Maar Verstappen zit er eigenlijk niet op te wachten. “Ik heb eerlijk gezegd niet zoveel met zulke prijzen, het maakt me weinig uit. Er zijn andere sporters, zoals de schaatsers bijvoorbeeld, die er ook hard voor werken en het net zo goed verdienen. Als ik wereldkampioen Formule 1 ben, zou het die eretitel waard zijn te winnen.”

Verder had Verstappen niet gek veel te vertellen. Hij verklapte wel dat hij hoopt ‘nog lang teamgenoot met Ricciardo te kunnen zijn’. “Een geweldige vent, hoewel hij in het motorhome steeds scheten laat”, zo grapte Verstappen. “Op de baan vechten we tegen elkaar, daarbuiten heb ik nog nooit zo’n goede en leuke teamgenoot meegemaakt. Als een van ons een goede race heeft gereden, dan kunnen we elkaar daarvoor complimenteren. We respecteren elkaar.”