Sebastian Vettel heeft naar eigen zeggen geen idee hoe zijn carrière zich verder gaat ontwikkelen: ‘Op het moment heb ik het erg naar mijn zin, maar misschien ben ik over vijf jaar al wel met pensioen.’

De 25-jarige Red Bull-coureur laat in interview met Die Welt am Sonntag weten dat hij geen concrete toekomstplannen heeft voor de lange termijn: “Als mens blijf je je in de loop der jaren ontwikkelen, en dat betekent ook dat je prioriteiten veranderen”, zegt hij.

“Op het moment voel ik me perfect op mijn plaats bij Red Bull en kan ik me niet voorstellen ergens anders naartoe te gaan, maar dat betekent niet dat ik hier voor altijd blijf. Misschien zit ik over een jaar of vijf wel bij een ander team omdat ik een nieuwe uitdaging wil, of misschien ben ik tegen die tijd zelfs al wel met pensioen omdat ik het dan wel gezien heb in de Formule 1.”

Dat de verwachtingen steeds groter worden naarmate hij meer successen boekt, doet de drievoudig wereldkampioen met de voor zijn leeftijd zeer indrukwekkende erelijst verder niets, zo verklaart hij: “De grootste druk, de druk die ik mezelf opleg, voel ik sinds mijn eerste wereldtitel al niet meer.”

“Ik loop bovendien niet rond met het gevoel dat ik de beste coureur ter wereld ben. Mijn tegenstanders zijn allemaal zeer sterk en er zijn altijd situaties waarin iemand anders sneller is. Mijn werk is simpelweg om het aantal gevallen waarin dat voorkomt zo laag mogelijk te houden, maar ook ik maak fouten en ik ben er blij mee als mensen me daar af en toe op wijzen.”

Verliezen
Vettel weet namelijk dat je van fouten kunt leren, net zoals van nederlagen: “Ik win ook niet elke race en krijg ook teleurstelling te verwerken, maar verliezen hoort erbij en je leert er meer van dan van winnen, want na een gewonnen race is het lastig aan te wijzen wat beter kan.”

Toch is verliezen uiteraard iets waar Vettel liever niet gewend aan raakt. “Het is belangrijk dat je er goed mee om leert gaan, maar ik denk dat je er in het leven naar moet streven nergens gewend aan te raken, want dan blijf je stilstaan, en voor winnen en verliezen geldt hetzelfde. Om die reden is het ook goed af en toe te verliezen, want dan raak je niet te zeer gewend aan het winnen.”