Whitmarsh: ‘De tweede plaats is niet goed genoeg’
McLaren-teambaas Martin Whitmarsh verwacht dat de titelstrijd in 2011 wederom fel zal worden, maar benadrukt dat McLaren enkel genoegen neemt met de eindoverwinning.
Whitmarsh laat in een interview aan Formula1.com blijken dat de winnaarsmentaliteit er goed in zit bij McLaren: "Het is onze missie om te winnen", stelt hij. "We hebben het vorig jaar niet slecht gedaan door vijf races te winnen – waaronder drie dubbelzeges – en als tweede te eindigen in het kampioenschap, maar hoewel dat voor sommige teams misschien reden tot tevredenheid is, denken wij daar anders over. De tweede plaats is niet goed genoeg."
"Het lijkt me dan ook vanzelfsprekend dat we het in 2011 beter willen doen", vervolgt Whitmarsh, die er op vertrouwt dat zijn coureurs Lewis Hamilton en Jenson Button volgend jaar wederom een goed duo zullen vormen. "Ze zijn in mijn ogen het sterkste rijderskoppel op de grid. Ze hebben allebei een wereldtitel achter hun naam staan en hebben al veel succes gekend in de Formule 1, maar het zijn ook gewoon twee aardige kerels die op een uitstekende wijze samenwerken."
De teambaas benadrukt verder dat Hamilton en Button ook komend seizoen gelijke kansen krijgen: "Het is erg belangrijk voor ons om ervoor te zorgen dat onze coureurs op gelijke voet met elkaar staan, want dat hoort bij onze filosofie. Deze manier van werken heeft ons bovendien al veel succes gebracht in het verleden, en we twijfelen er niet aan dat het ook in de toekomst zijn vruchten af zal werken."
Volgens Whitmarsh zal de titelstrijd ook in 2011 echter weer zeer felbevochten worden. "Ik denk dat het wederom tussen Red Bull, Ferrari en ons zal gaan, maar ik wil ook niet uitsluiten dat Mercedes zich in de strijd voegt. We weten namelijk hoe toegewijd en professioneel Mercedes is, terwijl ook zij de beschikking hebben over twee geweldige coureurs en Ross Brawn natuurlijk als geen ander weet hoe het spel gespeeld moet worden."
"Het blijft echter lastig om van tevoren te voorspellen hoe het allemaal zal gaan", erkent Whitmarsh. "Ik denk dat wij alles in huis hebben om competitief te zijn, maar we weten dat onze concurrenten ook hard gewerkt hebben en willen ze absoluut niet onderschatten."