Williams heeft vertrouwen in Cosworth. Wel meent technisch directeur Sam Michael dat de motorenbouwer een inhaalslag moet maken ten opzichte van de andere leveranciers.De Britse motorenbouwer bouwde zijn laatste Formule 1-motor namelijk in 2006. Voor F1-begrippen een eeuwigheid geleden. Toen was Williams de enige afnemer. Nu is de renstal uit Grove een van de vele klanten.

Ook Campos, Manor, US F1 en Lotus rijden in 2010 namelijk met de motoren. De kleintjes hebben dus vertrouwen in Cosworth. Zo ook Williams. Technisch directeur Michael denkt dat het bedrijf, dat werd opgericht door Mike Costin en Keith Duckworth, wel een zware taak heeft.

“We kunnen er nog niets zinnigs over zeggen, totdat de we met de motor gaan testen”, aldus Michael tegenover Autosport. “Het is altijd ons doel geweest om vooraan de grid te staan. Die doelstelling is nu heel realistisch. De reglementen geven weinig speling en daarom zit iedereen nu zo dicht bij elkaar.”

Daarom kan elk kleine verschil volgens Michael grote gevolgen hebben. “Als je twee tienden aan snelheid hebt gevonden kun je zomaar een race winnen. Daarom waren er dit seizoen ook zoveel racewinnaars. Cosworth zal goed werk leveren.”

“Ze hebben echter twee grote hindernissen te nemen”, aldus de Australiër. “Bijtanken is verboden in 2010 dus de motor moet zuinig zijn. In de winter moeten we dat ook verbeteren. De betrouwbaarheid is natuurlijk ook essentieel. De andere motorleveranciers hebben daar drie jaar rustig aan kunnen werken terwijl Cosworth niet in de F1 actief was. Hierdoor heeft de rest veel meer kennis.”

BvdB