BMW levert sinds 2000 motoren aan Williams. Doel was de wereldtitel, die kwam echter alleen in 2003 even in zicht. Na de Grand Prix van Amerika kon Juan Pablo Montoya het kampioenschap echter uit zijn hoofd zetten. Sindsdien ging het van kwaad tot erger met de renstal. Alleen de Grand Prix van Brazilië in 2004 werd nog winnend afgesloten (Montoya).
Reden genoeg voor de motorfabrikant uit München om niet alleen motoren te leveren aan Sauber, maar het team per 1 januari 2006 zelfs in haar geheel over te nemen. Een besluit dat voor de Williams-teambaas niet geheel onverwachts kwam. ,,Het was geen donderslag bij heldere hemel, er was tijd zat om dit besluit nog af te wenden. Daarin hebben we gefaald."
BMW-motorsportdirecteur Mario Theissen heeft er geen problemen mee als Williams in 2006 nog de beschikking heeft over Duitse motoren. Mocht het team anders besluiten, dan gaat de firma niet ten koste van zoeken naar een andere klant. ,,Voorlopig denken we met Williams meer kans te maken op het scoren van een overwinning. Daarom willen we het contract niet breken, Sauber moet gezien worden als een investering in de toekomst. We lopen niet op een ander team af om onze motoren koste wat kost kwijt te raken."
Als alternatieven buiten BMW blijven Cosworth, Toyota en Honda over voor Frank Williams en Patrick Head. Van deze drie kandidaten lijkt een deal met Honda het meest onwaarschijnlijk, volgens de Japanners is het daar ’te laat’ voor. Daarnaast is het de vraag of Toyota er heil in ziet een derde team van motoren te voorzien, aangezien het altijd nog de verwachting is dat Jordan/Midland het contract met Toyota zal verlengen.