Het duurt niet lang meer voordat Kimi Räikkönen zijn ware klasse gaat tonen achter het stuur van zijn Ferrari. Dat verwacht James Allison, de technisch directeur van de Scuderia.

Met elf punten uit vier races heeft Räikkönen een nogal anonieme seizoensstart achter de rug, wat volgens de coureur en het team wordt verklaard door het feit dat hij zich nog niet op zijn gemak voelt achter het stuur van de F14 T, die nog niet op zijn wensen is aangepast.

Ferrari en de Fin werken er al sinds de wintertests aan om de bolide naar de zin van Räikkönen te krijgen, en zodra dat is gelukt volgen de resultaten volgens Allison – die lijkt aan te geven dat Ferrari en Räikkönen dichtbij een oplossing zijn – vanzelf.

“Kimi werkt heel nauw en goed samen met het hele team, van zijn eigen engineers tot de mensen aan de andere kant van de garage, om de auto beter te maken”, vertelt Allison in een video op de Ferrari-website. “Kimi laat ons zien op welke vlakken de auto nog te zwak is en we zijn hem erg dankbaar voor zijn werk.”

“Ik weet bovendien zeker dat het helemaal niet lang meer zal duren voordat de resultaten zullen volgen voor Kimi, want hij is een coureur van grote klasse”, vervolgt de technisch directeur, die eerder bij Lotus met Räikkönen heeft gewerkt.

“We mogen ons gelukkig prijzen met onze beide coureurs en de manier waarop ze dit team beter maken”, zegt Allison, daarbij tevens verwijzend naar Räikkönens teamgenoot Fernando Alonso, die volgens hem ‘zoals altijd uitzonderlijk presteert door in elke race het maximale aantal punten bijeen te schrapen’.

Voor Ferrari als team is het volgens het technische kopstuk tot slot zaak om Räikkönen en Alonso zo snel mogelijk een bolide te geven ‘waarmee ze serieus aan de slag kunnen’: “En dat moeten we doen door de auto van race-tot-race te verbeteren en telkens weer flink wat extra performance te vinden, want dat is de enige manier waarop je vooruitgang boekt.”