Fernando Alonso hoopte na de vrijdag op P11 in de kwalificatie, vanwege de vrije bandenkeuze. In plaats daarvan moet hij genoegen nemen met de tiende plaats. 

“Daar doe ik het ook voor, hoor”, verklaart Alonso na afloop van de kwalificatie waarin hij doordrong tot Q3. “Ik ben erg blij met hoe het is gegaan. Het Circuit Gilles Villeneuve kan behoorlijk verraderlijk zijn onder deze net-niet-droog, net-niet-natte omstandigheden. Morgen wordt het er niet makkelijker op, maar wellicht valt er een paar druppels. Dat zou ons wel helpen.”

Fernando Alonso, die de afgelopen twee jaar vaak gelaten toe werkte naar de race, toont zich opvallend strijdlustig. Hij is gelukkig met de progressie die er nog steeds wordt geboekt. “We hebben onwijs grote stappen gemaakt de afgelopen twaalf maanden, en we staan er nu misschien wel beter voor dan verwacht. We waren slechts vier tienden langzamer dan Ferrari in Q2. Dat motiveert iedereen binnen het team.”

“We zijn klaar voor de aanval. We vechten uiteraard niet om het kampioenschap, maar juist daarom hebben we niks te verliezen. ‘Maximum attack’ luidt het devies.”

Button
Waar Fernando Alonso nipt doordrong tot Q3, viel Button nipt af in Q2. Het verschil tussen de twee teamgenoten bedroeg minder dan twee tienden van seconden. Dat verschil laat zich volgens Button verklaren door het feit dat Alonso voordeel had van een slipstream achter diezelfde Button.

“In mijn laatste rondje wist ik geen slipstream te vinden, terwijl Alonso wél vlak achter mij zat. Het zag er de hele ronde goed uit, maar een goede tow had het verschil tussen Q2 en Q3 kunnen maken.”

Button is echter niet geheel ontevreden, aangezien ook hij het resultaat als ‘verrassend goed’ bestempelt: “Dit zijn wel de posities waar we vaker staan, maar dit hadden we hier niet verwacht.”

“Als het morgen droog blijft, start ik op nieuwe banden en dan zal ik er het beste van proberen te maken. Als het nat is, zien we wel wat er gebeurt, aangezien dan de onvoorspelbaarheid een factor wordt. We hebben recent al laten zien strategisch sterk te kunnen zijn, dus er is genoeg om naar uit te kijken.”