In het derde jaar van de samenwerking tussen McLaren en Honda zou dat project ‘verder moeten zijn’ dan het nu is. Dat zegt Fernando Alonso, voor wie ook een evenaring van de zesde plek bij de teams uit 2016 niet genoeg is.

De Spanjaard voert de druk zo vooral verder op bij Honda, de motorleverancier van de formatie uit Woking. Vooralsnog lijkt McLaren dit jaar namelijk eerder een stap terug dan vooruit te hebben gezet.

De wintertests verliepen dramatisch voor het team en tijdens de eerste drie trainingen in het openingweekend in Melbourne was een twaalfde tijd, in VT2, het beste wat erin zat voor Alonso.

“We bevinden ons nu echter in het derde jaar van dit motorproject dus we zouden veel verder moeten zijn, verder vooraan moeten staan, dan in de praktijk het geval is”, zegt Alonso.

“Vorig jaar vochten we in de kwalificatie redelijk structureel om Q3. In ongeveer de helft van de gevallen haalden we Q3 ook echt, maar nu niet bij de eerste vijf of zes teams horen, vind ik niet genoeg als je het hebt over het geven van een ‘reactie’ op de problemen.”

Alonso haakt met die laatste uitspraak, desgevraagd, in op zijn eigen oproep aan McLaren en Honda om met een ‘sterke reactie’ te komen op de aanhoudende problemen en het stagneren van het project.

Honda heeft al aangegeven dat de betrouwbaarheid sinds de wintertests is verbeterd en er aan een grote motorupdate wordt gewerkt voor meer vermogen. Het hoopt die binnen twee maanden te introduceren.

Het is een understatement, maar er is werk aan de winkel voor McLaren en Honda.