Fernando Alonso voelt zich goed na de Turkse Grand Prix. Hij scoorde punten en toonde aan dat Renault wel degelijk vooruitgang heeft geboekt. Het team vecht met Red Bull, Williams en Toyota. ,,De onderlinge verschillen zijn klein.” Na de race in Barcelona werden er toch twijfels geplaatst bij de plotseling verbeterde vorm van Renault. Niet in de laatste plaats omdat Alonso in de race al snel uitviel met een kapotte motor. Zou er soms opzet in het spel zijn?

Wie naar de kwalificatie had gekeken wist beter. Met name in Q2 toonde Renault aan dat er wel degelijk serieuze vooruitgang was geboekt. Tot verrassing van het team zelf. ,,Eerlijk waar, we stonden versteld”, antwoordt Alonso in een door Renault samengesteld vragenvuur.

,,We hadden niet verwacht zo snel op ons huidige niveau te presteren. Hooguit aan het einde van het seizoen. Al betekent dat niet dat we tevreden mogen zijn. We hebben nu pas de eerste stap gezet, want er is nog zat werk te verrichten.”

Dat laatste moge duidelijk zijn. Het is niet Alonso's doel om met Red Bull, Williams en Toyota te vechten. ,,Eén ding staat vast: Ferrari, McLaren en BMW Sauber liggen te ver voor”, weet de Spaanse coureur. ,,Wij vechten in de groep daarachter. En zoals ik net al zei: we mogen niet verslappen. Zo klein zijn de onderlinge verschillen.”

Dus kijkt de Renault-coureur niet alleen naar voren, maar ook naar achteren. Noodgedwongen. Wel zegt hij de verbeteringen aan de R28 duidelijk te voelen. ,,De aerodynamica is onder handen genomen waardoor de auto meer grip heeft”, legt Alonso uit. ,,Daardoor maak ik minder fouten. Ook heb ik minder last van wielspin bij de achterbanden.”

Zo verbaasd als Renault is over het effect van de doorgevoerde verbeteringen, zo verrast was men ook toen duidelijk werd waar het team echt stond. Dat moment brak niet eens zozeer aan tijdens de wintertests, maar vooral in Bahrein. Alonso: ,,Ik werd tiende, op een minuut achterstand. Dat was even slikken.”

Eerder deze week gaf de tweevoudig kampioen al aan dat hij heeft geaccepteerd dat vechten om ereplaatsen er voorlopig niet bij is. Daar gaat hij dieper op in. ,,Het is alleen teleurstellend als je de doelen die je jezelf hebt gesteld niet bereikt. In Turkije rekende ik op de zevende plaats. Ik werd zesde en daar was ik blij mee.”

,,Dat ik niet kan winnen is iets anders. Natuurlijk mis ik dat, ik ben een coureur en wil altijd winnen. Dat is waar het voor mij om draait. Ik moet winnen om te leven. Zo zit ik in elkaar. Dat geldt voor alles. Net zo goed met karten, tennis of een spelletje. Ik wil altijd de beste zijn. Voor de mensen om me heen niet altijd even leuk.”

Eén ding staat voor Alonso buiten kijf: hij is nu een betere coureur dan eind 2006, toen hij voor de tweede keer het WK won. ,,Zeker weten”, is hij duidelijk. ,,In onze sport is ervaring belangrijk. Een specifiek onderdeel waarop ik me heb verbeterd is de omgang met de banden.”

,,De Bridgestones zijn compleet anders dan de Michelin-banden. De karakteristieken van de Bridgestones zijn niet te vergelijken met het rubber waarop ik wereldkampioen werd. Ik moest mijn rijstijl analyseren en zaken veranderen, zoals de manier waarop ik de bochten instuur.”

KVN