Formule 1-verslaggever André Venema houdt tijdens de Hongaarse GP speciaal voor deze website een dagboek bij, waarin hij vanuit de paddock verhaalt over roddels, trends en het laatste nieuws.

Een nieuwe muziekgolf rolde vanuit Engeland over Europa. Simple Minds, U2, Depeche Mode, The Cure, New Order en Echo and the Bunnymen verrijkten de wereld met prachtige muzikale, literaire, romantische en ook maatschappijkritische klanken. Het IJzeren Gordijn scheidde Europa, de oude wereld, dat vol stond met kernraketten van Amerikaanse en Russische makelij. De jaren 80 waren in veel opzichten turbulent, maar tegelijkertijd zeer opwindend.

De hoofdtribune op de Hungaroring, je moet er van houden… Foto: Sutton Images.

Ik moest er aan denken, toen ik vanochtend in de allerlaagste versnelling en onder een brandende zon – om negen uur tikte de meter al 26 graden aan – vanaf de parkeerplaats naar de ingang van het rennerskwartier op de Hungaroring wandelde. Het beton vertoont hier en daar scheurtjes, zo constateerde ik. Verf bladdert af, het interieur is gedateerd. De hoofdtribune voor start/finish met die afzichtelijke witte aflopende overkapping is spuuglelijk, maar daarom juist ook zo mooi. Als je ervan houdt, tenminste.

Het circuit in de periferie van metropool Boedapest is een Hongaars stijlicoon van de jaren 80. In 1986 landde de Formule 1 – het summum van kapitalistische voorspoed – op communistisch grondgebied. Het was een meesterzet van toenmalig rechtenhouder Bernie Ecclestone: de hele wereld sprak erover. Ruim dertig jaar later is de Hungaroring op enkele cosmetische aanpassingen na nog altijd in oorspronkelijke staat. Dat heeft zijn charme.

“Mensen komen hier uit nostalgische overwegingen graag naartoe, juist omdat dit circuit zo anders, zo oldskool is”, meent Robert Bobak, tv-verslaggever bij de Hongaarse zender MTV. “Vergelijk de Hungaroring eens met bijvoorbeeld Abu Dhabi of al die andere moderne circuits: het is een wereld van verschil.”

Robert Bobak, verslaggever voor de Hongaarse tv.

Volgens Bobak is het circuit niet de enige plek in Hongarije waar liefhebbers van nostalgie naartoe trekken. “Laatst was ik voor een zwemevenement bij het Balatonmeer. Daar heb je een aantal hotels uit de jaren 70 zonder airconditioning en met ouderwetse kamers. Er komen heel veel Duitsers en Nederlanders naartoe”, aldus Bobak. “Ik vroeg aan een van de eigenaren waarom dit soort oude hotels zo populair zijn. Hij zei: veel mensen betalen juist daarvoor, omdat ze even willen terugkeren in die goede oude tijd.”

Die goede oude tijd is op de Hungaroring – amfitheater van het sentiment – na volgend jaar waarschijnlijk voorbij, gelooft Bobak. Het circuit wordt grondig gerenoveerd, zo heeft hij vernomen. “Liberty Media (F1-rechtenhouder, red) wil dat het wordt opgeknapt. Alles moet blinken en stralen, dat past bij het imago van Formule 1. Ik begrijp dat ook wel. Kijk eens naar die muren, aluminiumplaten en constructies: allemaal heel mooi en nostalgisch. Maar ook verouderd. We moeten verder.”

Het zal de puristen met heimwee naar de eighties pijn doen.

Het dagboek van donderdag lees je onder de foto.

De loodzware weken hebben hun tol geëist bij het F1-personeel

Er wordt op donderdagochtend op de Hungaroring nog druk gewerkt in het rennerskwartier en op de baan. Sommige motorhomes zijn nog niet volledig ingericht, op de baan is een ploeg mensen bezig de namen van alle coureurs op het wegdek in de pitstraat te verven. Het is de gebruikelijke stilte voor de storm, de finishing touch.

Bij het motorhome van Red Bull, het Energy Station, loop ik een bekende tegen het lijf. Fabiana Valenti – hoofd communicatie van Scuedria Toro Rosso en in 2015 de schaduw van Max Verstappen op de circuits – staat naast het immense gastenverblijf wat uit te rusten en bij te praten met het jonge, bedienend personeel. Zoals altijd is de begroeting hartelijk: met drie zoenen op de wang. Die Nederlandse gewoonte heeft Valenti overgenomen in het jaartje dat ze Verstappen begeleidde.

De Italiaanse ziet er ietwat vermoeid uit. Dat is ze ook, zegt ze. De laatste zes weken, waarin circus Formule 1 vijf tussenstops in respectievelijk Frankrijk, Oostenrijk, Engeland, Duitsland en nu Hongarije heeft gemaakt, waren slopend. “Het was eigenlijk toch wel iets te veel van het goede”, stelt Valenti. “Vooral de jongens die in de garage werken hebben het zwaar gehad, want die zijn van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in touw.” Maar volgende week is er eindelijk even rust, tijdens Formule 1’s verplichte zomerstop. Toch? “Ik werk tijdens de testdagen (direct na de Hongaarse GP) op de fabriek in Faenza, daarna begint de vakantie.”

Valenti kijkt er naar uit, is er hard aan toe. “Iedereen in de paddock snakt naar vakantie.” Toch blijft ze dit jaar met haar man en zoon gewoon thuis, moe als ze even is van al het reizen. En ze zal vast niet de enige zijn.