Ron Dennis is al sinds 1980 teambaas van McLaren, maar kent ook de andere kant van de medaille. Hij is namelijk ooit begonnen als monteur en zegt dat die ervaring hem heeft geholpen in zijn huidige werk. ,,Onderaan beginnen was de enige manier.”Niets stond in de jaren zeventig verder van Dennis af dan het sleutelen aan auto’s en in eerste instantie was het zijn streven om ingenieur te worden. Toch werd Dennis door het autosportvirus besmet en is hij niet meer weg te denken uit de Formule 1.

,,Autosport is enorm besmettelijk, maar ik kwam erachter dat er geen manier was om met een academische titel de autosport binnen te komen. De mogelijkheid was er niet en ik was te jong en onervaren”, vertelt Dennis in gesprek met FORMULE 1 RaceReport.

,,In de tijd dat ik met autosport begon, bestonden er teams omdat de coureurs geld hadden om te racen. Maar het waren zeker geen professionals. De mannen met het geld hadden het voor het zeggen: de enige manier om binnen te komen was dus onderaan beginnen.”

De teambaas van McLaren zegt in de praktijk veel te hebben geleerd en vindt de aanname dat deze ervaring hem heeft geholpen in zijn werk niet verrassend. ,,Kijk maar naar een zoon die het bedrijf van zijn vader overneemt nadat hij op verschillende afdelingen heeft gewerkt”, maakt Dennis een vergelijking.

,,Op die manier heeft hij al geleerd wat discipline is en heeft hij de benodigde praktijkervaring. Daardoor is hij een veel geschiktere kandidaat dan iemand die zich via een selectieprocedure meldt. Die regels kunnen we ook op sport toepassen. Je bent veel beter voorbereid als je elk niveau van de sport hebt beoefend.”

LV/KVN