Tom Kristensen trok zich niks aan van het tactische steekspel tussen Audi en Mercedes en won de DTM-race op Zandvoort. De Deen sloeg zijn slag bij de start door meteen de leiding te pakken. Bernd Schneider pakte in de slotfase de tweede plek af van Martin Tomczyk. De race ging van start onder volledig droge omstandigheden. Aan het begin van de middag was de regen, die er vanmorgen tijdens de warm-up nog volop was, gestopt en door de harde wind was de baan binnen een mum van tijd zo goed als volledig opgedroogd. Twijfels over de bandenkeuze waren er totaal niet, slicks waren the way to go.

Bij de start kon pole-sitter Jamie Green het voor het oog van 53.000 toeschouwers (de 78.500 over het hele weekend gemeten waren er 1.500 meer dan vorig jaar) opnieuw niet bolwerken. De Brit, die al zo vaak niet optimaal gebruik maakte van een goede uitgangspositie, viel nog voor de Tarzanbocht terug naar de vierde plek. Enkele bochten later was ook Heinz-Harald Frentzen hem voorbij.

Voor Audi zag het er in de eerste meters prima uit. Kristensen op kop, voor Tomczyk en Mattias Ekström. Allemaal Audi’s, Green was op plek vijf de eerste Mercedes-coureur. Bernd Schneider volgde pas op de achtste plek, daar pas achter reed Bruno Spengler.

Vanina Ickx en Nicolas Kiesa konden al snel een streep door hun aspiraties zetten. De twee teamgenoten vlogen elkaar in de Audi S-bocht in de haren. Ickx viel uit, Kiesa kon slechts zijn weg vervolgen na veel tijd te hebben verloren. Green had zich inmiddels een weg gebaand langs Frentzen, die daarna de overige Mercedes-bolides dwars zat. Zijn rondetijden waren beduidend langzamer dan de van de kop van het veld. Grootste slachtoffers: Mercedes-coureurs Schneider en Spengler, de rivalen van Kristensen.

Green werd op zijn beurt opgehouden door de Red Bull-Audi’s, die Kristensen directe rugdekking verleenden. Daarop besloot de Brit al in ronde zes naar binnen te komen, om het tijdverlies beperkt te houden. Audi klapte mee en liet direct Ekström een pitstop maken. Zo ging het door tot de echte serie pitstops begon. Frentzen liet bij het wegrijden zijn motor afslaan, daardoor kon Schneider hem een ronde later nipt voorbij steken.

Ook de pitstop van Kristensen verliep niet vlekkeloos. Zijn tankinstallatie, een soort jerrycan die aan de auto wordt gehangen, werd niet op tijd losgetrokken door één van z’n monteurs. Even leek het er op dat de Deen linea recta terug zou moeten naar de pit voor een extra stop. Geluk bij een ongeluk was dat de jerrycan onder het aanremmen voor de Tarzanbocht meteen los schoot zodat de Audi-ster zijn weg zonder verder oponthoud kon vervolgen.

Door zijn pitstop uit te stellen pakte Daniël la Rosa even de leiding. Kristensen was echter zoveel rapper dat hij de leiding snel weer terug kon pakken. De overige Audi’s zakten steeds verder weg, ook omdat Ekström en Green niet van elkaar af konden blijven in de Tarzanbocht. Alleen Tomczyk kon zijn kopman nog bijstaan. Schneider had de snelheid er juist wel goed in zitten. Dat Frentzen wegviel was een zegen voor Schneider. Vanaf dat moment was de Duitser de snelste coureur op de baan en begon hij gestaag in te lopen op leider Kristensen.

Lag hij eerst nog twaalf seconden achter Kristensen, snel bracht hij dat terug tot een seconde of vier. Met Tomczyk daar nog tussenin. Zo ging dat verder na de tweede en laatste serie pitstops. Schneider was duidelijk sneller dan Tomczyk en prikte zijn bolide ook een paar keer naast de blauwe Red Bull-Audi, maar er voorbij kon hij niet. Ook niet toen beiden met blokkerende wielen de Tarzanbocht door gingen. Dat inhalen lukte pas iets minder dan drie ronden voor het einde bij het uitkomen van de Tarzanbocht. Door een foutje van Tomczyk kon Schneider binnendoor komen, daarna liet hij even iets langer het gas er opstaan en toen was het kwaad geschied.

Het is dat Schneider pas op dat moment langs Tomczyk kon komen, anders had hij de race, die hij was gestart vanaf de zevende positie, waarschijnlijk nog gewonnen ook. Kristensen verloor duidelijk snelheid. Door een remprobleem, zou hij in een eerste verklaring na de podiumceremonie verklaren. Hij hield echter stand, waardoor de marge met Schneider in de titelstrijd was teruggebracht tot tien punten.

Spengler eindigde naast het podium, net als Frentzen die behoorlijk terugviel naarmate de race vorderde. Stefan Mücke eindigde op de zevende plek, hij was de enige in een Jahreswagen die in de punten wist te eindigen. Green scoorde uiteindelijk toch nog een punt, door na een drive-through penalty, opgelegd naar aanleiding van het incident met Ekström, Pierre Kaffer in de slotfase terug te verwijzen naar de negende plek.

Klik hier voor de volledige uitslag.

Klik hier voor de stand in het kampioenschap.

KVN