Bij Sauber is van de winter meer veranderd dan bij de meeste andere teams, dus de Zwitserse renstal heeft volgens coureur Marcus Ericsson ook het meest te leren van allemaal tijdens de wintertests.

Dat verklaart de Zweed in gesprek met Formula1.com. “Als je puur naar de auto kijkt, denk ik dat er bij ons op mechanisch en aerodynamisch vlak het meest is veranderd”, doelt Ericsson op hoe de C37 behoorlijk verschilt van de C36 van vorig seizoen, terwijl veel teams bolides hebben die in grote lijnen evoluties zijn van hun auto’s van 2017.

Ericsson in de Sauber C37.

Ericsson erkent daarbij dat een aantal teams (McLaren en Toro Rosso) van motorleverancier zijn gewisseld, maar haalt aan dat Sauber op motorisch gebied ook een sprong heeft gemaakt. De formatie uit Hinwil reed in 2017 immers nog met een Ferrari-motor uit 2016, maar beschikt nu over een 2018-specificatie van de Italiaanse V6. “Dat is twee jaar verschil, dus over de hele lijn zijn wij waarschijnlijk het team met het meest vernieuwde en verschillende totaalpakket.”

Sauber heeft daarom ‘elke ronde nodig’, zo erkent Ericsson, die daarom blij is dat een spin op de donderdag niet al te veel tijd heeft gekost. Hij erkent ook dat er een risico is dat Sauber de C37 nog niet helemaal begrijpt tegen de tijd dat de Formule 1 naar Australië afreist voor de seizoensopener: “Maar het is al wel duidelijk dat het een auto is met veel potentieel.”

Het betekent hoe dan ook dat de tweede testweek, van volgende week dinsdag tot en met vrijdag, belangrijk wordt voor Sauber. “Het weer zou dan beter moeten zijn, dus we moeten dan zoveel mogelijk ronden proberen te rijden en er het meeste van maken.”

Ericsson en Sauber-teamgenoot Charles Leclerc reden in totaal 283 ronden, waarmee het team vierde staat qua afgelegde kilometers in Barcelona.