Ferrari-president Sergio Marchionne vindt dat de Formule 1 bij het vrijgeven van de motorontwikkeling aan de kosten moet denken: “Want deze sport jaagt geld er doorheen met de snelheid van het licht.”

Voor dit jaar is het de motorfabrikanten door een maas in het reglement toegestaan hun hybride V6-turbo’s gedurende het seizoen te verbeteren, maar voor 2016 wil de FIA dat weer aan banden leggen en de leveranciers hun motoren alleen tijdens de winter laten upgraden. Ferrari zet samen met Renault en Honda echter in op het vrijgeven van het motorreglement voor 2016, omdat ze hun krachtbronnen wel tussentijds willen doorontwikkelen.

Om de FIA overstag te laten gaan, is steun nodig van Mercedes, de vierde motorleverancier. Mercedes beschikt vooralsnog echter over de sterkste V6-motor en is niet happig zich bij haar drie rivalen aan te sluiten. In gesprek met Autosport geeft Ferrari-president Marchionne echter aan dat hij denkt dat ‘Mercedes begrijpt dat het niet juist is om zich van haar dominante positie te verzekeren door de reglementswijzigingen te blokkeren’.

Marchionne geeft verder aan dat hij bereid is ‘met iedereen te spreken om het tussentijds doorontwikkelen erdoor te krijgen’, maar benadrukt dat er nog altijd restricties nodig zullen zijn, vooral op het financiële vlak: “Want één van de bijkomende problemen is dat geld er in deze sport met de snelheid van het licht doorheen wordt gejaagd en het vrijgeven van technische regels je zomaar aan de rand van de financiële afgrond kan brengen.”

“Als we de motorontwikkeling vrijgeven zonder daarbij financiële restricties in te voeren, blijven de budgetten stijgen tot onbeperkte hoogte. We moeten dat voorkomen, zeker omdat een aantal kleine teams het al zeer zwaar hebben”, waarschuwt Marchionne. “Laten we er dus vooral allemaal logisch over nadenken, ook als de ontwikkeling wordt vrijgegeven, zodat we voorkomen dat iedereen zichzelf richting een faillissement jaagt.”

Marchionne geeft daarbij toe dat het moeilijk is om de motorontwikkeling vrij te geven, maar toch met kostenregulerende regels te komen. Volgens Cyril Abiteboul van Renault hoeft dat echter niet moeilijk te zijn, zolang het huidige token-systeem van kracht blijft.

Motorfabrikanten moeten nu telkens een token – een soort virtuele valuta – inleveren als ze hun krachtbron qua performance willen verbeteren. Door met tokens te blijven werken, maar de fabrikanten die te laten gebruiken wanneer ze willen, in plaats van alleen in de winter, kunnen de kosten volgens Abiteboul prima gereguleerd worden. “Het is namelijk niet zo dat je dan meer mag doen. Je mag dan alleen zelf bepalen wanneer je wat doet.”