Coureurs mogen in geval van nood ook tussen de kwalificatie en de race van motor wisselen. Eerst was in de reglementen opgenomen dat dit niet mocht, maar dat heeft de FIA inmiddels veranderd.In 2009 mogen coureurs maximaal acht motoren straffeloos inzetten tijdens het zeventien Grand Prix’ lange seizoen. Team en coureur zijn vrij om te bepalen hoe, zolang er maar niet meer dan acht motoren worden gebruikt.

Daarbij maakt de vrijdag nu ook deel uit van het Grand Prix-weekend. En, in tegenstelling tot wat de teams zelf dachten, mag er tussen de kwalificatie en de race wél van krachtbron worden gewisseld.

Dit blijkt uit nadere uitleg van de FIA bij monde van racedirecteur Charlie Whiting tegenover Autosport.com. Coureurs worden dus niet langer verbannen naar de achterkant van de startgrid als er zich na de kwalificatie een probleem voordoet met hun aandrijving.

Voorwaarde is wel dat de desbetreffende coureur en zijn team kunnen aantonen dat er zich daadwerkelijk een probleem heeft voorgedaan. Tweede voorwaarde is dat onder de parc fermé-regels een kapot onderdeel door een identiek exemplaar moeten worden vervangen. Aangezien de motorontwikkeling is bevroren, is dit sowieso het geval.

Kortom, nog één keer voor de duidelijkheid: coureurs mogen in seizoen 2009 maximaal acht krachtbronnen straffeloos inzetten, pas bij een negende motorwissel volgt eenmalig een straf van tien startplaatsen. Daarbovenop mag de motor op ieder gewenst moment – dus ook na de kwalificatie – worden gewisseld.

KVN