Iedereen is het er eigenlijk over eens: de Formule 1-kwalificatie moet anders. Maar hoe? Toyota’s technisch directeur Mike Gascoyne is in ieder geval van mening dat de Formule 1 niet terugmoet naar een kwalificatie waarin de coureurs met weinig brandstof aan boord rijden. Daarvan worden de races saai, zo weet de Brit.

Tot 2002 werd er op die manier gekwalificeerd. ,,Je krijgt dan weliswaar een spannende strijd om de pole-positie, maar qua strategie heb je veel minder mogelijkheden”, aldus Gascoyne. ,,Daardoor worden de races een stuk minder opwindend. ,,De Formule 1 moet dus heel voorzichtig zijn met het nemen van een beslissing hierover.”

De afgelopen drie jaar is de manier van kwalificeren in de Formule 1 tot viermaal toe veranderd. Elke keer weer kreeg de kwalificatiemethode hevige kritiek te verduren van fans, televisiestations, coureurs en teams. En ook voor komend jaar staat er een wijziging van het kwalificatie-format op stapel. Er moet echter wel snel beslist worden hoe de kwalificatie er in 2006 gaat uitzien, stelt Gascoyne. Als er nog lang mee wordt gewacht, loopt de ontwikkeling van de nieuwe wagen vertraging op.

Vanaf komend jaar moet er volgens de reglementen gereden worden met V8-motoren. Die achtcilinders verbruiken logischerwijs minder brandstof dan de huidige tiencilindermotoren. Daardoor kunnen de teams de brandstoftanks dus kleiner maken. Gascoyne vertelt echter dat Toyota daar nog geen beslissing over heeft genomen, want ook de manier van kwalificeren speelt een grote rol bij de keuze van de tankgrootte.

,,Het brandstofverbruik gaat omlaag en je houdt (doordat de motoren kleiner zijn, red.) wat ruimte over waardoor je de tank op zijn beurt groter zou kunnen maken”, legt hij uit. “Maar hoe we dat gaan doen, hangt echt af van de kwalificatiemethode – of je met veel of weinig brandstof moet rijden. Dat bepaalt voor het grootste deel de te volgen strategie met betrekking tot de grootte van de tank. Hoe later hierover beslissingen worden genomen, hoe lastiger het voor ons wordt. Op het moment is het nog altijd onduidelijk.”

PPB