De tijd om te vergaderen over kostenbesparing is voorbij en het is tijd voor actie, vindt Christian Horner. De Red Bull-teambaas is van mening dat de FIA en FOM er nu zonder verder overleg met de teams kostenbesparende maatregelen door moeten drukken.

Volgens Horner heeft het geen zin om met de teams verder te praten over welke koers de Formule 1 qua kostenbesparing moet varen, nadat eerder dit jaar de budget cap werd afgeschoten en voorstellen van zowel de grote als kleine renstallen om de kosten op alternatieve wijzen te reduceren terzijde werden geschoven. Dat vertelt hij in een uitgebreid interview met Autosport.

Van een budget cap is hij echter nog altijd geen fan, herhaalt Horner, die er voor pleit de kosten terug te brengen door wijzigingen aan het sportieve en technische reglement. Daarmee valt volgens hem namelijk de meeste winst mee te behalen.

Horner wil het daarbij graag aan de internationale autosportfederatie FIA en Formula One Management van commerciële uitbater Bernie Ecclestone laten om de regels aan te passen: “De FIA en FOM moeten samen de nieuwe regels schrijven”, zegt Horner, die vindt dat de teams ook niet langer een zegje moeten krijgen: “Want iedereen handelt uit eigenbelang, dus we worden het toch nooit eens.”

De teams hebben deze regels volgens Horner vervolgens gewoon te accepteren. “Als je je inschrijft voor het wereldkampioenschap Formule 1, ga je akkoord met de regels. En zo niet, dan niet. Dat is onze manier van kiezen”, meent de Brit, volgens wie dit de beste manier is om de kostenbesparing er door te krijgen, al kan hij niet ontkennen dat het ‘waarschijnlijk lastig wordt’ het zo te doen.

150 miljoen
Horner geeft verder aan dat er waarschijnlijk altijd financiële ongelijkheid tussen de teams zal blijven bestaan en dit bij het spelletje hoort, maar erkent dat er te veel wordt uitgegeven door de grote teams. Volgens hem schommelt het budget van deze renstallen ‘rond de 220 miljoen euro’ en zou het beter zijn als dit ‘rond de 150 miljoen zou liggen’. “Want dan kan er nog wat winst gemaakt worden.”

De kleinere teams kunnen in Horners optiek verder het beste geholpen te worden door ze toe te staan meer onderdelen van andere teams in te kopen, zodat ze niet langer zelf enorme bedragen aan de ontwikkeling van hun auto’s hoeven uit te geven, hetgeen volgens de Red Bull-teambaas hun grootste kostenpost is.

“Als de regels dan ook nog eens voor langere tijd stabiel blijven, schuift het veld vanzelf dichter bij elkaar en worden de kosten ook gereduceerd. Want telkens als er technische dingen veranderen, kost dat immers gelijk geld”, besluit Horner.