Dat de Renault-motor niet bepaald de snelste van het veld is, mag ondertussen geen geheim meer heten. Red Bull-teambaas Christian Horner denkt dat zijn team daar meer last van ondervindt dan zusterrenstal Toro Rosso.

“Ik denk dat zij in principe net zoveel last hebben van de zwakke plekken van de motor”, zegt Horner over Toro Rosso. “Maar uiteindelijk heeft het op onze auto een meer drastische uitwerking.” De Brit legt uit hoe dat volgens hem komt: “De motorproblemen brengen voor ons veel moeilijkheden met zich mee, bijvoorbeeld in de bochten, met de bandenslijtage en met ongewenste wheelspin.”

Dat coureurs Daniel Ricciardo en Daniil Kvyat daardoor aanpassingen aan de setup van hun bolides moeten maken, zorgt er volgens Horner alleen maar voor dat het potentieel van de RB11 nog minder benut wordt. “Omdat de auto anders onbestuurbaar is, verstel je bijvoorbeeld de rembalans”, zegt de teambaas. “Maar dan komen de remmen weer niet goed op temperatuur, zodat de banden minder goed werken. Het is een neerwaartse spiraal.”

Horner denkt dat de tegenvallende prestaties van Red Bull in Australië – de auto’s van het Oostenrijkse formatie waren het hele weekend nauwelijks sneller dan die van ‘B-team’ Toro Rosso – mede aan het bovengenoemde euvel te wijten zijn.

Sainz

Toch lijkt ook Toro Rosso wel degelijk moeite te hebben met de Renault-krachtbron, zoals Carlos Sainz na afloop van de kwalificatie in Australië liet weten. “Ik wil in mijn eerste race nog niet te veel kritiek leveren, want er is nog veel ruimte voor verbetering”, zei de Spanjaard, “maar in de strijd met Lotus is onze topsnelheid nu onze grootste tekortkoming.”

“In de bochten zijn wij veel beter”, zei Sainz terwijl hij zijn auto vergeleek met die van de Britse concurrent, die afgelopen winter de overstap maakte naar de superieure Mercedes-aandrijving. “Maar op de rechte stukken zijn we duidelijk de mindere.”