De kwalificatie voor de Grand Prix van Turkije draait uit op een tweestrijd tussen de Ferrari-coureurs. Felipe Massa is in 1:26.907 de sterkste, wat hem in Hongarije niet lukte krijgt hij nu wel voor elkaar: hij scoort zijn eerste pole-position. Michael Schumacher flankeert hem op de voorste rij. In feite domineert Schumacher de training, maar in het laatste (en belangrijkste) deel van de kwalificatie gaat hij in de eerste bocht twee keer de fout in. Dat kost hem een snelle ronde en de kopman van Ferrari moet eerder naar de pit om zijn banden te wisselen.

Als hij er dan eenmaal goed voor gaat zitten pakt hij in eerste instantie nipt de pole-position van Massa af. Maar waar de Braziliaan zijn tijd nog weet te verbeteren in zijn laatste snelle ronde, slaagt de Duitser daar niet in. Het levert Massa de pole-position op.

Fernando Alonso kwalificeert zich als derde, de regerend wereldkampioen spreekt op de persconferentie van het ’maximaal haalbare’. Zijn teamgenoot Giancarlo Fisichella kent in de kwalificatie problemen met zijn Renault-motor, toch realiseert hij de vierde tijd. Voorwaar geen slechte prestatie, het is alleen de vraag of hij eventueel zijn Renault-krachtbron moet wisselen.

Dat is het wel geval bij Ralf Schumacher, die knap de vijfde tijd rijdt. Veel schiet hij er alleen niet mee op, omdat hij vanwege zijn motorwissel tien startplekken in moet leveren. Nick Heidfeld rijdt in zijn BMW F1.06 naar de zesde tijd, vlak voor Jenson Button. Kimi Raikkonen valt lichtelijk tegen met P8, de vorige twee Grand Prix’ mocht hij nog van pole starten, maar daar komt hij dit keer totaal niet bij in de buurt. Robert Kubica en Mark Webber complementeren de toptien.

Tegenvallers van de kwalificatie zijn Pedro de la Rosa, Jarno Trulli en Rubens Barrichello, die zich respectievelijk als twaalfde, dertiende en veertiende kwalificeren. Christian Klien verrast juist met de elfde tijd. Achter het tegenvallend trio staan Nico Rosberg en Christijan Albers. Vooral de rondetijd van de Nederlander mag bemoedigend worden genoemd.

Albers geeft in de M16 slechts drie tienden toe op de Williams-coureur en is bovendien ruim sneller dan Tiago Monteiro, die er niet in slaagt om de eerste cut te halen. Enige nadeel voor Albers is dat hij morgen weinig plezier zal beleven van zijn goede kwalificatie. Omdat zijn Toyota-motor er vrijdag mee ophield zal hij helemaal achteraan moeten starten.

De goede prestatie van Klien (elfde) maakt het er alleen maar opmerkelijker op dat het bij David Coulthard dit keer niet wil vlotten. Over het algemeen is de Schot de snellere coureur binnen het team, maar dit komt komt hij niet verder dan de zeventiende kwalificatietijd. De Red Bull-coureur is wel sneller dan de beide Toro Rosso’s, maar daar is dan ook alles wel mee gezegd.

Monteiro kwalificeert zich als twintigste, voor de Super Aguri’s. Sakon Yamamoto is verrassend sneller dan Takuma Sato, die in de beruchte achtste bocht een fout maakt.

Klik hier voor de tijden.

KVN