Christijan Albers, die op vrijdagmiddag in Monza in de tweede sessie van de Grand Prix van Italië een elfde tijd noteerde (1:24,985), vindt de tijd gekomen dat de ‘oudjes’ vertrekken uit de Formule 1.

Sprekend over het mogelijke afscheid van Michael Schumacher, zei de 27-jarige coureur van MF1 Racing dat het goed is als topteams eens de kans geven aan de ‘jonkies’. Hij was daarom blij met de aanstelling van Heikki Kovalainen bij Renault als vervanger van Fernando Alonso die na dit seizoen naar McLaren vertrekt.

,,Door ervaring ga je echt niet sneller rijden’’, zei Albers na de vrije trainingen. ,,Kijk, als je ongelooflijk goed bent en nog steeds sneller dan je teamgenoot – zoals Michael Schumacher – dan heb ik er geen problemen mee. Maar waarom pakken sommigen teams, zoals Honda en Toyota, geen jongere coureurs om te bouwen? Ze willen toch wereldkampioen worden? Maar win je die titel met een coureur die bij Ferrari tussen de drie en vijftienden van een seconde langzamer was dan zijn teamgenoot Michael Schumacher?’’

Ietwat gekscherend voegde Albers er aan toe dat het misschien wel een goed idee zou zijn als de Formule 1 weer wat gevaarlijker zou worden. ,,Dan worden ze bang’’, zei hij. ,,Ze hebben kinderen en dan ga je wel nadenken, toch? Nu is de Formule 1 zo veilig dat ze wel blijven rijden en ze kunnen nu dus blijven scheppen’’, zei hij over de miljoenensalarissen die een aantal van de veteranen opstrijken bij hun werkgevers.

Zonder specifiek de namen te noemen van de routiniers, sprak Albers van een ‘coureur of zes’ die wat hem betreft hun langste tijd wel hebben gehad. Hij doelde op coureurs als Jarno Trulli, Rubens Barrichello, Ralf Schumacher, David Coulthard, Giancarlo Fisichella en Alexander Wurz, de testcoureur van Williams die volgend jaar terugkeert aan de start na zes seizoenen zijn geld te hebben verdiend als testcoureur.

Over zijn kansen voor de race was Albers kort. Het hangt vooral af van de temperatuur op zondag, zo zei hij. ,,Ik weet niet wat te verwachten’’, zei Albers. ,,Het schijnt zondag warmer te zijn dan morgen. Als het heet is, werken de banden goed en daarom denk ik dat we morgen wat achterop raken. De vraag is alleen hoeveel.’’