Het was te verwachten en het gebeurde ook. Ferrari en Mercedes schroefden op het Circuit Gilles Villeneuve in het slotdeel van de kwalificatie het vermogen, zoals gebruikelijk, via de zogenaamde partymode op. Max Verstappen, derde achter Sebastian Vettel en Valtteri Bottas, stapte desondanks met een redelijk tevreden gevoel Red Bulls RB14 uit.

Nog geen twee tienden van een seconde bedroeg uiteindelijk de achterstand op Vettel. En dat op een baan waar motorvermogen doorslaggevend is. Nooit zat Red Bull in het hybridetijdperk in Montréal zo dicht bij de trendsetters. “Dit is gewoon heel goed”, meende Verstappen. “De auto werkt het hele weekeinde al super, we hebben over de kwalificatie niks te klagen. De derde starplek is een goede uitgangspositie, maar het zegt nog niks. De eerste zes zitten heel dicht bij elkaar.”

Dat heeft, zo gelooft Verstappen, onder meer te maken met de extra pk’s die Renault in Canada aan de motoren heeft toegevoegd. “Ferrari en Mercedes zijn een beetje op hetzelfde niveau gebleven, dat wisselt per circuit. Wij zijn gewoon wat dichterbij gekomen. Vooral in de kwalificatie. En in de race zijn wij nu nog sterker geworden”, concludeerde Verstappen, die op de vraag of de RB14 goed genoeg is om voor de overwinning mee te doen resoluut met ‘ja’ antwoordde.

De drievoudig Grand Prix-winnaar weigerde na de eerste twee dagen van de Canadese GP (drie keer de snelste in de trainingen, derde in de kwalificatie) een lange neus te trekken naar alle criticasters. Donderdag had hij een stevig signaal afgegeven dat hij flauw was van alle repeterende vragen over zijn rijstijl. “Op een gegeven moment is het genoeg: dan is het vragen om maar wat te vragen. Vraag dan gewoon iets serieus, vind ik. Maar sommige mensen zijn gewoon zo.”

“Het is”, zo vervolgde hij, “niet zo dat ik nu per se anders moet gaan rijden of gemotiveerder moet gaan rijden. Dat zou niet goed zijn. Ik heb geen last van kritiek. Het is natuurlijk niet fijn, maar het raakt me nooit. Als je eenmaal in de auto zit doet het niks met me. Ik probeer altijd mijn best te doen.”