Motorbevriezing complexe aangelegenheid
FORMULE 1 RaceReport-medewerker Adam Cooper kan onthullen dat Charlie Whiting de teams namens de FIA heeft meegedeeld dat de procedures rond de motorhomologatie voor het einde van het seizoen afgerond moeten zijn.
Dit betekent dat de teams na de Japanse of Braziliaanse Grand Prix hun definitieve motorontwerp in moeten dienen, waarna de motoren bevroren worden. Tijdens een meeting tussen FIA-president Max Mosley en de GPMA-teams in Nice werd eindelijk overeengekomen de bevriezing te vervroegen tot begin 2007. In ruil daarvoor kregen de teams tot oktober de tijd om de krachtbronnen door te ontwikkelen. De ontwerpen die in juni zijn ingediend krijgen de teams nu terug.
Er moest een gedetailleerde procedure opgesteld worden om er zeker van te zijn dat alle ingediende motoren er toe in staat zijn om twee weekends mee te gaan. Zo wordt voorkomen dat de teams nu plotseling de ontwikkeling opschroeven en daarbij de betrouwbaarheid uit het oog verliezen. De enige manier waarop dit nu nog kan is als een team besluit haar coureurs in de twee weekends zeer weinig kilometers te laten maken, met weinig toeren.
De 27e Techincal Directive van Whiting stelt de Formule 1-teams er van op de hoogte dat ze uiterlijk 8 oktober (de datum waarop de motoren worden verzegeld) een motor aan de FIA moeten leveren. Die zondag wordt de Grand Prix van Japan verreden. Voorwaarde is wel dat deze motor twee Grand Prix-afstanden afgelegd moet hebben, waaronder de Chinese Grand Prix. Als een team hier niet toe in staat is omdat het er, vanwege bijvoorbeeld een opgeblazen motor of een uitvalbeurt, een andere cyclus op nahoudt moet dit gebeuren na de Braziliaanse Grand Prix. Voorwaarde die daaraan wordt gesteld is dat er met deze krachtbron op Suzuka is gereden.
Door deze voorwaarde te stellen kan een team in Brazilië geen motor inleveren die slechts één race-afstand af kan leggen. Vorig jaar kon Renault dit wel doen met de motor van Fernando Alonso, waardoor hij met nog één race te gaan over een verse, krachtigere motor beschikte.
Mocht een team niet aan de voorwaarden kunnen voldoen, is er nog een andere uitweg. De motoren die in Italië of China hun tweede race hebben gereden, moeten ook worden ingeleverd bij de FIA. Als back-up. Indien deze verder niet meer nodig zijn, krijgen de teams de motoren terug. Als een team de laatste twee of drie races de betrouwbaarheid niet in orde heeft, kan dit voor problemen zorgen. Omdat er dan een motor gehomologeerd moet worden die is ingezet in de Grand Prix van Turkije (25-27 augustus).
De laatste mogelijkheid om met een nieuwe motor te racen die ook in 2007 kan worden gebruikt is zodoende het weekend van de Japanse Grand Prix (6-8 oktober). Probleem is wel dat daar logistiek het één en ander bij komt kijken, omdat het gros van de motoren in Europa wordt ontworpen. Omdat deze dan nog verscheept moeten worden verliezen de teams hierbij weer een paar dagen tijd.
Honda heeft mogelijk wel een klein voordeel, omdat de fabrikant haar motoren maakt in Japan en op het laatste moment de krachtbronnen af kan leveren in Suzuka. Voor Toyota geldt dit voordeel niet, de Toyota-motoren worden gebouwd in Keulen. De beste optie voor Honda is zondagochtend in Japan de nieuwste motor inbouwen in een Super Aguri-bolide – waardoor deze uit de pitstraat moet starten – en dan maar hopen dat deze coureur de finish haalt in Japan en Brazilië!