Sauber bestaat 40 jaar
Het raceteam van Peter Sauber bestaat volgende week tijdens de Duitse GP veertig jaar. Zoals het de Zwitserse renstal betaamd, wordt het jubileum bescheiden gevierd.
De wagens van Pedro de la Rosa en Kamui Kobayashi zullen volgens de renstal “een gepaste inscriptie hebben”. Gepast en bescheiden. De renstal van Peter Sauber lijkt een synoniem van die twee woorden te zijn.
Het autosportavontuur van de Zwitser begon in 1967. Sauber startte op advies van een vriend wat te sleutelen aan zijn Volkswagen Kever. Daar draafde hij zo in door dat de auto volgens zichzelf eigenlijk niet meer op de openbare weg mocht rijden.
In 1970 volgde de volgende stap. Sauber richtte Sauber Motorsport op. De bouw van de C1 (de C staat voor Christine, Saubers vrouw), een tweezitter, liet niet lang op zich wachten en won prompt het Zwitserse toerwagenkampioenschap.
Sauber stopte zelf met racen, maar bouwde zijn raceteam gestaag uit. Mondjesmaat werden er meer en meer successen geboekt. Begin jaren ’80 legde Sauber het eerste contact met ingenieurs van Mercedes. Discreet, omdat de racerij sinds het ongeluk in Le Mans in 1955, waar tientallen doden vielen, bij de fabrikant uit Stuttgart taboe was.
Vanaf 1988 was Sauber het officiële fabrieksteam van de Duitsers in de toerwagenracerij. De samenwerking met Mercedes was een succes: een jaar later won het team de 24 uur van Le Mans. Het was ook de periode waarin Sauber een juniorenteam, op advies van Jochen Neerpasch, oprichtte. Dit maakte voor Michael Schumacher, Heinz-Harald Frentzen en Karl Wendlinger de weg vrij om op hoog niveau te racen.
In 1991 werd het vizier samen met Mercedes op de Formule 1 gezet. Een economische recessie in november van dat jaar gooide echter roet in het eten. Mercedes trok de stekker uit het project en Sauber moest op eigen houtje verder. In 1993 stond de C12 aan de start van de eerste Grand Prix van het jaar. Sauber had toen slechts iets minder dan zeventig mensen in dienst. Motoren werden geleverd door Ilmor, dat later ook samenwerkte met McLaren.
Sauber bewees ook dat het zonder steun van Mercedes goed kon presteren. Bij de eerste race haalde JJ Lehto met de vijfde plaats gelijk twee punten binnen. Binnen een paar jaar had Sauber vervolgens de steun van Red Bull en oliemaatschappij Petronas achter zich.
Met al het extra geld werd vervolgens geen gekke dingen gedaan. Het team bouwde zich gestaag uit en in 2001 was de eigen windtunnel van de Zwitserse renstal uit Hinwil een feit. Succes bleef niet lang uit: 2001 werd het succesvolste seizoen van Sauber als privéteam. Debutant Kimi Räikkönen en Nick Heidfeld waren betrouwbare coureurs die altijd in aanmerking kwamen voor een plek in de punten. Het team eindigde als vierde in het constructeurskampioenschap.
De stabiliteit van Sauber viel ook BMW op. De Duitse autofabrikant werkte vanaf 2000 al intensief samen met Williams, maar BMW wilde een volgende stap maken. Die volgde in 2005, toen de fabrikant uit Beieren een meerderheidsbelang nam in de Formule 1-renstal van Peter Sauber.
Door – opnieuw – een economische recessie, kwam Sauber weer op eigen benen te staan. Ongewild, maar noodgedwongen moest Peter Sauber opnieuw de Formule 1-renstal gaan leiden. De formatie werd van de ondergang gered en stond begin dit jaar opnieuw als een Zwitsers privéteam aan de start van het Formule 1-seizoen.
Zoals Sauber bekend staat gebeurde dat zonder de nodige poeha. De C29 werd sober gepresenteerd en de auto zag er, ook dankzij het gebrek aan sponsoren, netjes uit. Opnieuw het bewijs van de terugkeer van het privéteam: soberheid, enige saaiheid en beschaafdheid is het team uit Hinwil niet vreemd. De formatie van Peter Sauber is daarom een wat vreemde eend in de bijt, maar ook absoluut een aanwinst voor de Formule 1.