Super Aguri heeft anderhalf jaar na haar debuut toch al mooi vier WK-punten weten te scoren. En hoewel het team met beide benen op de grond blijft staan, worden de doelen wel continu bijgesteld.De kleine Japanse renstal begon met niets en startte in maart 2006 aan een leerproces dat ondertussen de achtste plaats bij de constructeurs heeft opgeleverd. Het gaat zelfs zo goed dat Takuma Sato en Anthony Davidson stukken beter voor de dag komen dan de fabrieks-Honda's.

Reden genoeg voor Super Aguri om nu opnieuw een stap voorwaarts te willen zetten, al benadrukt sportief directeur Graham Taylor tegelijkertijd dat de Japanners boven hun stand leven. ,,Op alle vlakken”, geeft hij toe in een persverklaring van het team. ,,Dat is te danken aan onze coureurs, die hebben het team naar een hoger niveau getild.”

,,De komst van Anthony heeft ons goed gedaan. Zijn technische kennis gekoppeld aan de ervaring van Taku is onmiddellijk van grote waarde gebleken en daar profiteren de engineers van. Daardoor kan het team de auto tijdens een Grand Prix-weekend steeds verder verbeteren en kunnen we ons potentieel tonen.”

Het kleine team – dat in eerste instantie wel iets weg had van een stel hobbyisten die hun droom wilden beleven – daagt inmiddels het middenveld uit en hoopt de achtste positie bij de constructeurs te kunnen behouden. En van dat hobbyisme is inmiddels ook geen sprake meer, stelt Taylor.

,,Vorig seizoen verbeterden we ons exponentieel omdat we op een laag niveau begonnen, inmiddels is er sprake van lineaire vooruitgang. Dat is niet zo vreemd. We zijn nu een stuk professioneler omdat we over broodnodige ervaring beschikken.”

KVN