Het is duidelijk. Charles Leclerc. Voor hem luidden de klokken zondag in Maranello. Vanaf nu zal Ferrari vol voor hem gaan.

Op het circuit voor ware racers, Spa-Francorchamps, reed hij een weekend lang de viervoudige Vettel om de oren, met als kers op het gebakje de teamorders. Luid en duidelijk uitgesproken over de boordradio. Eindelijk de juiste strategische beslissing van Ferrari, ik geloof zo’n beetje de eerste dit jaar. Geen geaarzel meer, geen gesoebat. Leclerc is de eerste man. Als Vettel verstandig is schikt hij zich vrolijk en gevat in de rol van tweede coureur, ouder en wijzer, de gebutste houwdegen die alles al heeft gezien. Ik zei het al eens: de Regazzoni-rol. Vettel is er geknipt voor. Kan hij nog een paar jaar mee, volop genietend van alle Ferrari-weelde.

Leclerc dus. Indrukwekkend hoe hij het hele weekend domineerde, pole pakte, geen fout maakte bij de start, wegreed, zich een klein foutje kon veroorloven en ten slotte de druk van Hamilton weerstond (weten we nog hoe Vettel in Canada naast de baan gleed?). Een kampioen in de dop. Maar indrukwekkender nog vond ik de wijze waarop hij alle emoties van dit weekend handelde. Een van je racevrienden verliezen en je eerste Grand Prix winnen in één weekend. Eenentwintig jaar oud. En dan vers uit de cockpit voor de hele wereld zo kalm en helder spreken over al je emoties, over de droom die hij en Anthoine Hubert ooit als beginnende coureurtjes samen hadden. De droom die op Spa is uitgekomen, maar tegelijk op hetzelfde circuit zijn donkere keerzijde heeft laten zien. De dood, hij was bijna helemaal verdwenen, maar zaterdagmiddag prikte hij ineens weer als een open zenuw door alles heen.

Toen ik als kind de Formule 1 ontdekte waren fatale ongelukken schering en inslag. Ik weet nog hoe ik elke keer verdoofd en verdrietig was. Maar een dode coureur was vaak niet meer dan een kort berichtje in de krant. Tegenwoordig zijn er minuten stilte, stickers met hashtags en de sociale media puilen uit van de heiligverklaringen. Ik begrijp het wel. Uiteindelijk komt het voort uit eenzelfde uit-het-veld-geslagenheid. Alles staat ineens weer onder die vreemde spanning. Racen blijkt écht gevaarlijk. De hele zondagochtend voor de race en zelfs bij de start nog zat ik met een onbestemde angst in de onderbuik. Jullie ook? Hoe moet dat voor die coureurs zijn? Daniel Ricciardo stelde zich de vraag: is het dit allemaal wel waard? Maar op zondagmiddag doen de coureurs hun helm dicht en jagen die droom weer na, vol op het gas de Raidillon opdenderend. De keerzijde van alle snelheid en glorie trotseren, liefst zelfs beheersen, dat maakt dat stelletje begaafde jakkeraars tot helden.

Knap hoe Leclerc dit alles in zijn eerste reacties na de race wist te benoemen, te verbinden. Dan ben je ook mijn held. Volgend weekend Monza. De kathedraal van de Formule 1. Italië, waar Ferrari die zalige, hysterische mix van opera en religie is.

Reken maar dat Leclerc als de verlosser wordt binnengehaald.