De Grand Prix van Australië heeft alle ingrediënten om een interessante race op te leveren. Niet alleen is het circuit aangepast om meer tot inhalen uit te nodigen, ook zijn er maar liefst vier DRS-zones om de actie op de baan te vergroten.

Na twee jaar afwezigheid door de coronapandemie keert de Formule 1 deze week weer terug in Australië. Daar is flink aan de weg gewerkt om de race interessanter te maken. Het circuit is op veel plekken verbreed en de langzame chicane voor wat voorheen bocht 11 was, is nu een snel complex geworden. Deze aanpassingen moeten meer spektakel bieden in de race die dat de afgelopen jaren weinig bood.

Wat het nog interessanter zal maken, zijn de vier DRS-zones die er dit weekend zijn, blijkt uit een door de Formule 1 gepubliceerde foto. Opvallend is dat er slechts twee detectiepunten zijn, wat ervoor zorgt dat de coureur die binnen de DRS-afstand van één seconde op zijn voorligger zit, voor twee stukken DRS krijgt. Dat gebeurt tussen bocht 14 en 1, waarna de coureurs ook in bocht 2 en 3 DRS hebben. Datzelfde gebeurt ook in bocht 8 tot en met 11.

De groene strepen naast de baan geven de DRS-zones aan.

Dit kan leiden tot de strijd om DRS die we in Saoedi-Arabië al zagen tussen Max Verstappen en Charles Leclerc. Geen van beide wilde toen als leider door de laatste bocht gaan, omdat de DRS daar zo krachtig was. Dat de coureurs hier meteen twee DRS-zones krijgen voor de prijs van één, kan zorgen voor een schaakspel.

Na de Grand Prix van Saoedi-Arabië riep Red Bull-teambaas Christian Horner nog op tot maatregelen om zo’n kat-en-muisspel om de DRS te voorkomen. Volgens Horner moet de Formule 1 daarvoor kijken naar de plaatsing van de detectiepunten. Verstappen en Leclerc maakten in ieder geval duidelijk dat de DRS ze in Jeddah hielp en dat het hulpsysteem voorlopig nog niet in de ban gedaan moet worden.