Jacques Villeneuve finishte de Grand Prix van Spanje op de twaalfde plaats. Een onopvallende prestatie zou je zeggen. Maar hij had een grote handicap, omdat hij achteraan moest starten na een dubieuze motorwissel. ,,Dan kan ik wel boos worden, maar dat schiet ook niet op.”

Zijn BMW-motor was tijdens het transporteren van Duitsland naar Spanje beschadigd geraakt. Het gerucht gaat dat het team de motor heeft laten vallen, dat wordt echter door de Canadees tegengesproken. BMW vroeg nog aan de FIA of de motor gerepareerd mocht worden, maar de FIA was onverbiddelijk. De verzegeling mocht niet worden verbroken. Waarop de Duitse renstal besloot het zekere voor het onzekere te nemen.

,,Tja, als ik boos word dan neem je dat het hele weekend met je mee. Dus daar schiet ik helemaal niets mee op. Het team ook niet, trouwens”, vertelt hij Formule 1 RaceReport-redacteur Adam Cooper. ,,Ik moet maar roeien met de riemen die ik heb.”

Gesteund door de wetenschap dat teamgenoot Nick Heidfeld zich op de Nürburgring vanaf de laatste startplaats op had weten te werken naar plek zeven, begon de Canadees aan zijn inhaaljacht. Die werd al snel gestuit toen hij vast kwam te zitten achter David Coulthard. ,,Verder was onze snelheid wel goed. En de motor kan nog behoorlijk wat hebben in Monaco. Dus dat moet een voordeel opleveren.”

Enige probleem voor de BMW-coureur is nu wel dat hij het weekend in Montréal, zijn thuisrace, aan moet vangen met de motor waarmee hij ook al in actie komt op Silverstone. ,,Dat is op zich niet zo’n ramp, maar beide circuits vergen best wel wat van je motor. Dus wat dat betreft had het beter gekund.”