Fernando Alonso geeft zijn titelaspiraties nog niet op, maar beseft dat de race in Monza cruciaal is. “Een goed resultaat zou ons een enorme boost geven.”

Alonso verliet Spa afgelopen weekend met lege handen, nadat hij zichzelf de race uit crashte. Zijn achterstand op koploper Lewis Hamilton bedraagt nu 41 punten.

Volgens de Spanjaard werd zijn race al in de eerste ronde beslecht, toen Rubens Barrichello hem ramde. “De openingsronden verlopen sowieso niet echt goed dit jaar”, zegt hij in zijn blog op de Ferrari-site. “In vijf van de dertien races verdween ik naar het achterveld, door onze eigen fouten of door omstandigheden buiten ons om, zoals in België.”

Van opgeven wil Alonso voorlopig echter nog niet weten. “Ik heb altijd gezegd dat geluk en pech elkaar uitbalanceren in de loop van het seizoen, dus laten we hopen dat het vanaf nu tijd is om terug te slaan.”

De Grand Prix van Italië op 12 september zal daarbij van groot belang zijn, erkent Alonso. “Op ons thuiscircuit zullen we alles op alles moeten zetten om te vermijden dat we nog meer punten verliezen. Een goed resultaat zou ons een enorme boost geven. Als het slecht gaat, is het nog niet voorbij, maar dat zou wel een zware slag voor de moraal van het team zijn.”

De tweevoudig kampioen blijft er in elk geval in geloven. “Met dit puntensysteem en de onvoorspelbaarheid van de races, ben ik ervan overtuigd dat we nog steeds een grote kans hebben. Er liggen 150 punten voor het oprapen: genoeg om de situatie om te buigen.”