Even dacht ik afgelopen zondag in Zandvoort dat Charles Leclerc een Villeneufje ging doen. Dat hij net als de mythische raceheld zijn zwaar beschadigde Ferrari op drie wielen over het circuit zou jagen. Maar nee, hij stapte uit en klom het duin op. Daar bleef hij heel lang zitten. Ik weet waarom.
Na een paar rondjes merkte hij hoe mooi het is om vanuit de duinen naar voorbij suizende raceauto’s te kijken. Ik denk dat hij zelfs kaartjes voor volgend jaar reserveerde, want dan is het de laatste keer. Wat is het toch jammer dat Zandvoort van de kalender verdwijnt.
Om het vintage Zandvoortgevoel te krijgen heb ik vrijdag de hele dag in het duin gestaan. Heerlijk! Met niets te vergelijken. Door het zand paadjes op en af sjokken, zitten in het gras, zand aan je kont, zand aan je handen, zand tussen de bammetjes die je toch maar mooi langs de security hebt gesmokkeld, prikkend helmgras. En ondertussen die auto’s.
Ik heb – als kind droomde ik daarvan – in de Tarzanbocht gestaan. Je zag hoe ze uit de Arie Luyendijkbocht werden gesmeten, het rechte stuk op, 300+, remmen, draaien, niet op het vuil en voort. Ik heb bovenaan bij het Scheivlak gestaan. Schitterend zeilen ze daar omlaag door die slinger, terwijl die drie hijskranen als geduldige gieren boven het asfalt hangen. Maar het mooist was het bij uitkomen Slotemaker. Daar komen ze lekker dichtbij. Daar voel je de Formule 1.
Het weinige geluid gaat hier toch nog door je ingewanden en je voelt de turbulentie rondom wanneer ze omhoog razen naar het Scheivlak. Voor volgend jaar komt het te vroeg, maar als Zandvoort over een paar jaar terugkeert op de Formule 1-kalender, omdat Max weer alles wint bij Aston Martin of Mercedes, dan graag meer duinplaatsen. Charles Leclerc is het met me eens.
Lees hier alles over GP Italië
Lees het volledige verhaal over Max Verstappen in de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine! Haal ‘m nu in de winkel of bestel ‘m online, met gratis bezorging in heel Nederland.