De FIA wil een inhaalzone instellen om van de verstelbare achtervleugel een succes te maken. Achtervolgers kunnen hun vleugel in die zone verstellen, verdedigers niet.

Het Formule 1-veld lijkt tevreden te zijn met de komst van de verstelbare achtervleugel. Toch is er ook veel scepsis. Werkt het immers in de praktijk net zo goed als het idee zelf? Het overkoepelende autosportorgaan van de F1, de FIA, lijkt er alles aan te willen doen om van de verstelbare achtervleugel een succesverhaal te maken.

De organisatie probeert al een paar jaar tevergeefs het spektakel tijdens de races te vergroten. In 2009 leidde dit tot de komst van een heel pakket aan nieuwe regels. Dit leverde Jenson Button en Brawn GP de titel op, maar het aantal inhaalacties nam niet toe. Dit was vooral te danken aan een maas in het reglement waardoor de dubbeldekdiffusor legaal werd. Gevolg was dat de Formule 1-auto’s de lucht die het verwerkte dusdanig vervormde dat achtervolgers niet goed in het spoor van hun voorloper konden blijven.

Afgelopen seizoen kwam de FIA opnieuw met nieuwe reglementen. Om tactische spelletjes uit de sport te bannen werd bijtanken verboden. Dat werkte, maar nu bleef iedereen gewoon achter elkaar aan rijden. Het beste voorbeeld was de seizoensopener in Bahrein, waar werkelijk niets gebeurde.

Tot nu toe lijken de ideeën van de FIA zich dus niet uit te betalen. Driemaal is scheepsrecht, moeten ze in Parijs echter hebben gedacht. Het internationale sportorgaan wil met de verstelbare achtervleugel definitief de show verbeteren, zo stelt Autosport.

De FIA wil een inhaalzone introduceren in de laatste 600 meter van het langste rechte stuk van een circuit. De achtervleugel van een coureur die binnen een seconde van een andere rijder zit gaat dan automatisch naar beneden voor extra topsnelheid. Volgens de FIA is 600 meter een juiste afstand. Inhalen wordt hierdoor eenvoudiger, maar ook weer niet te makkelijk. Coureurs kunnen tijdens de trainingen en kwalificatie de vleugel verstellen wanneer ze willen.

Volgende week, tijdens de testweek in Jerez de la Frontera, zal de FIA het reglement voor het eerst aan een test onderwerpen. De inhaalzone wordt aangegeven met een streep aan het begin en een dubbele streep aan het einde van de zone. Tijdens de laatste testweek, in maart in Bahrein, wordt dit reglement volledig geëvalueerd. Waarschijnlijk is de inhaalzone van 600 meter sowieso een feit bij de eerste vier races, daarna gaat de FIA het opnieuw analyseren en evalueren.

Een auto in de achtervolging zou door deze aanpassing in principe meer topsnelheid moeten hebben dan de coureur die zijn positie wil verdedigen. Het is onwaarschijnlijk dat teams dit reglement tijdens de testweek gaan testen dus de FIA weet pas na de eerste Grand Prix of deze mogelijkheid uitkomst biedt.