Zevenvoudig wereldkampioen Michael Schumacher wordt deze week vijftig jaar. De Duitser reed meer dan 300 races en wisselde vele briljante momenten af met enkele niet zo chique manoeuvres. FORMULE 1 selecteerde een handvol momenten en blikt zo deze dagen terug op een roemruchte carrière. 

Schumacher had zijn reputatie als zijnde Rainmeister al gevestigd, zijn eerste Ferrari-zege in een kletsnat Barcelona is ook legendarisch maar voor de laatste ‘Good Michael, bad Michael’ gaan we naar de plek waar hij vijf keer wist te winnen: het stratencircuit van Monaco.

Lees ook: Good Michael, bad Michael: halfuur durende flying lap, levensgevaarlijke move tegen Barrichello

Good Michael
Zijn meest dominante zege in het vorstendom was die van 1997. Een half uur voor de start van de race begint het te regenen. Volgens sommige voorspellingen blijft het bij een klein buitje, maar de meteorologen zitten ernaast. Het wordt een kletsnatte Grand Prix. Michael Schumacher rijdt zijn zogenaamde ’verkenningsronde’ naar de startopstelling, maar stuurt zijn Ferrari weer de pitstraat in. Daar wisselt hij naar zijn reservewagen, die is afgesteld voor een natte baan.

Schumacher is die dag een klasse apart in de regen, hij eindigt de race (inclusief een uitstapje) met een voorsprong van 53 seconden. Foto: Sutton Images

Bij de start is hij als beste weg, en aan het eind van de eerste ronde heeft Schumacher al een voorsprong van ruim zes seconden. Het verschil is enorm: terwijl zijn rivalen links en rechts van de baan schieten, bouwt Schumacher zijn leiding gestaag uit. Slechts tien coureurs (waaronder Jos Verstappen) halen de finishvlag. Na een tiental ronden is het gat al meer dan 30 seconden. Dat hij voortdurend op de limiet rijdt, blijkt wanneer Schumacher halverwege even rechtdoor schiet in Sainte Devote, maar hij kan zijn weg zonder al te veel oponthoud vervolgen.

Zijn voorsprong is zo groot, dat hij een pitstop kan maken en de leiding behoudt. Aan de finish is het gat naar de tweede man Rubens Barrichello in de Stewart-Ford dik 53 seconden.

Lees ook: Good Michael, bad Michael: Geniaal op Spa, vuig ellebogenwerk met Frentzen in Canada

Bad Michael
Zijn aanrijdingen met Damon Hill en Jacques Villeneuve in de titelstrijden van respectievelijk 1994 en 1997 zijn wellicht zijn meest bekende donkere momenten. In zijn laatste optreden in Monaco als Ferrari-coureur in 2006 haalt hij de woede van al zijn collega’s en de rest van de paddock op zijn hals. De kwalificatie dat weekend is zoals verwacht een strijd tussen Fernando Alonso (Renault) en Schumacher, wereldkampioenen onder elkaar.

In een poging de snelste tijd van zijn ervaren collega te verbeteren geeft Alonso in de slotseconden nog een keer flink gas. Hij is in de R26 onderweg naar de topnotering, zo blijkt uit de sectortijden. Totdat Schumacher een ‘briljante’ inval krijgt en zijn feestje verstiert. Hij parkeert zijn Ferrari in La Rascasse, een haakse bocht op een nauw stuk asfalt nabij de finishlijn.

Slachtoffer en dader, Michael Schumacher hield ook tijdens de persconferentie vol dat er geen opzet in het spel was. Foto: Sutton Images

Achteruitrijden vindt hij te gevaarlijk, de motor zet hij af en Schumacher blokkeert de weg. Meteen worden er gele vlaggen gezwaaid, zodat Alonso tot zijn grote ergernis zijn vliegende ronde moet afbreken en Schumacher zijn 67e pole pakt. Maar het stuurfoutje van de Duitser is verdacht; na de herhaling van de tv-beelden is er al grote twijfel. Renault-teambaas Flavio Briatore lobbyt bij alle teambazen voor een onderzoek, herinnert Christijan Albers, destijds teambaas van Midland F1. “Flavio naaide in die tijd iedereen op. Hij voerde de druk bij andere teammanagers op.”

Flavio Briatore naaide in die tijd iedereen op

Die tekenen beroep aan en eisen een nader onderzoek naar het slippertje. Albers: “Charlie (Whiting, de wedstrijdleider, red.) zei meteen: dit gaat niet goed komen.” Diep in de avond, na bestudering van alle data, tv-beelden en gesprekken met zowel Schumacher als Ferrari-teambaas Jean Todt, velt de wedstrijdleiding het onvermijdelijke vonnis: zij “kan niet anders concluderen dan dat de coureur de auto opzettelijk heeft gestopt”. Schumacher wordt naar de laatste plaats teruggezet(finisht als vijfde), Alonso vertrekt alsnog van pole en wint de race.