Van tevoren hoopte Marussia stiekem dat er op het lastige Marina Bay-circuit weer net zo’n verrassing in zou zitten als in Monaco, waar Jules Bianchi achtste werd. Helaas voor het team bleek een finish hoger dan de zestiende positie een utopie.

Over de hele race genomen waren de Marussia’s sneller dan de Caterhams, en kon Bianchi zelfs Maldonado en Sutil aardig bijbenen, maar zowel bij hem als bij teamgenoot Max Chilton gooiden problemen en pech roet in het eten. In Bianchi’s geval waren het de remmen die niet mee wilden werken.

“Het was een beetje teleurstellend dat ik Ericsson niet voorbij kwam doordat mijn remmen versleten waren. Het was een zware race en er waren een hoop dingen waar we op moesten letten, vooral de remmen dus. Toen kwam de Safety Car de baan op en was alle marge die we hadden opgebouwd verdwenen, zeker omdat we worstelden op de harde band”, klaagt Bianchi, die uiteindelijk zestiende werd.

Chilton

Max Chilton kreeg op weg naar de zeventiende plaats met problemen van een andere orde te maken. De Engelsman had nogal wat pech, zo zegt hij zelf: “Toen ik aan mijn ronde op weg naar de grid wilde beginnen, sloeg de auto af en moest ik terug naar de pits. Na de start zat ik achter Ericsson aan, toen Rosberg zich opeens tussen ons in nestelde.”

Daarna hielden de tegenslagen nog niet op voor Chilton. “Na mijn eerste pitstop moest ik snel weer binnenkomen, omdat mijn rechter voorband lek was. Daardoor werd mijn bandenstrategie in de war geschopt, wat nog eens erger werd gemaakt toen we niet goed in wisten te spelen op de Safety Car. De laatste stint worstelde ik op de zachte band”, aldus de coureur, die de race tenminste dit keer wel uit wist te rijden en zijn wagen niet zoals in Monza in de banden parkeerde.