Barretje Hilton in Amsterdam was eind jaren zeventig de plek waar de meest uiteenlopende figuren zich verzamelden voor een borrel. Michael Bleekemolen zag dat met eigen ogen, zo vertelt hij in FORMULE 1’s podcast Paddockpraat. “Als coureur had ik daar wel privileges, het was een aparte tijd.”

De parkeerplaats bij het Hilton Hotel in Amsterdam-Zuid stond niet zelden volgeparkeerd met Ferrari’s en Bentley’s. Bleekemolen vertelt dat niet iedereen in Barretje Hilton zuiver op de graat was. “Ik kan wel zeggen dat ik eind jaren zeventig vier dagen in de week het Hilton-barretje inliep ja. Daar zaten niet allemaal even nette types, dat waren de Holleeders van die tijd. Voor de vastgoedwereld was het ook een ontmoetingsplek. Ik ontmoette iedereen wel, ik was een soort van held omdat ik races won. Ik stond vaak in de krant.”

Lees ook: Paddockpraat Special: Christijan Albers over DTM, Spyker-drama en de brandstofslang

‘Toen zaten de echte Holleeders en Bruinsmas er’

Waar deze periode nog te romanticeren valt, werd het later toch wat grimmiger. “Toen kwam ik er niet zoveel meer. Het werd me allemaal een beetje te crimineel. Toen zaten de echte Holleeders er, de Bruinsmas”, vertelt Michael Bleekemolen. “Mensen die we uiteindelijk neergeschoten hebben zien worden. Ik was me er niet zo van bewust, het was wel apart allemaal.. Maar ik hield wel afstand van de onderwereldfiguren, ik had misschien wel mooiere races kunnen doen maar dat wilde ik niet op die manier. Jon Bluming was ook vaak in Barretje Hilton, de karate-grootmeester. Dat was een fantastische man, een filmster.”

In deze aflevering van Paddockpraat Special praat Bleekemolen uitgebreid over zijn carrière, de mislukte pogingen om in Zandvoort mee te doen en de crash van Ronnie Peterson waar hij met zijn neus bovenop stond, Deze is hier te luisteren.

Luister hier (via iTunes of Google Podcast)