Red Bulls technisch directeur Adrian Newey erkent dat het Kinetic Energy Recovery System van zijn team nog niet foutloos werkt en denkt na over hoe het er nu verder mee moet.

“Ik denk dat iedereen er inmiddels wel van op de hoogte is dat wij voor een nogal agressieve benadering hebben gekozen met ons Kinetic Energy Recovery System“, stelt Newey in gesprek met Motorsport-Total.

“Veel teams hebben de module waarin de energie wordt opgeslagen onder hun brandstoftank geplaatst, maar wij hebben er juist voor gekozen deze dichter bij de transmissie te installeren”, licht Newey zijn ontwerp toe.

Newey heeft hiervoor gekozen omdat de achterkant van de bolide daardoor gestroomlijnder en smaller is, waardoor de lucht ook beter richting de achtervleugel kan worden geleid.

De td moet echter toegeven dat zijn keuze voor deze oplossing er ook voor zorgt dat Red Bull-coureurs Sebastian Vettel en Mark Webber vaker met mankementen aan KERS kampen dan hun collega’s van McLaren en Ferrari.

“Het is inderdaad geen verrassing dat we soms problemen hebben met de koeling van het systeem”, beaamt de technisch directeur. “Maar wat volgens mij de belangrijkste reden is voor onze KERS issues, is dat we een zelfstandig team zijn.”

“Wij zijn gespecialiseerd in het ontwerpen van een chassis en de ‘reguliere’ componenten die daarbij horen. We zijn geen experts waar het KERS betreft.”

“Wij hebben alles daarover dan ook zelf moeten leren en onderzoeken, zonder steun van technische partners of wat dan ook, terwijl het een heel ingewikkeld systeem is.”

Newey geeft tenslotte aan dat hij er nog niet uit is of hij ook in de toekomst van eenzelfde soort Kinetic Energy Recovery System gebruik wil maken als hij dit jaar voor de RB7 heeft ontworpen. “Het systeem dat we nu hebben was in principe voor 2011 en 2012 bedoeld, totdat er in 2013 nieuwe motoren zouden komen. Maar doordat de komst daarvan onlangs is uitgesteld, moeten we nu eerst nog maar eens goed nadenken of we hiermee verder willen gaan of een andere weg moeten inslaan.”