Het wordt de tweede keer in de geschiedenis dat de Formule 1-coureurs zich wagen aan het stratencircuit van Bakoe. De race leverde vorig jaar al een opvallend podium op met Nico Rosberg, Sebastian Vettel en Segio Pérez.

Veel coureurs kijken dan ook uit naar het nauwe stratencircuit. Nico Hülkenberg legt uit waarom Bakoe zo interessant is. “Het is nog een heel nieuw circuit in de Formule 1, we moeten er allemaal nog aan wennen en dat is spannend. Het gedeelte door de oude stad met nauwe bochten is moeilijk en je moet snel aanpassen.” De Duitser zegt daar zelf geen moeite mee te hebben. “Ik leer meestal heel snel wat betreft nieuwe circuits.”

Ook McLaren-rijder Stoffel Vandoorne zegt al veel te hebben geoefend in de simulator. “Voor mij is het een nieuw circuit. Ik heb me zo goed mogelijk proberen voor te bereiden in de simulator, dus het circuit voelt niet helemaal onbekend.”

Max Verstappen rijdt door de nauwe straten van het historisch centrum van Bakoe in 2016

Fernando Alonso is als ambassadeur van Bakoe helemaal in zijn nopjes op het circuit. “Ik heb hier meer uren door gebracht dan mijn collega’s. Bakoe is een ontzettend gave locatie voor een Formule 1-race. We rijden letterlijk dwars door het historisch centrum van de stad, de oude stadsmuren maken het zo’n mooie plek voor een race!”

Het is dus vooral het gedeelte in de oude stad waar de coureurs naar uit kijken. Ook Max Verstappen gaf in zijn voorbeschouwing aan zich te verheugen op het bochtige stuk langs het kasteel. Maar de afwisseling met de snelle delen spreekt ook aan. “Het is het snelste circuit op de kalender”, geeft Hülkenberg aan. “Inhalen is mogelijk op de lange stukken met de DRS open, maar er zijn ook een aantal nauwe bochten van 90 graden.”

Vorig jaar werd de race op het stratencircuit van Bakoe nog verreden onder de naam Grand Prix van Europa, maar is dit jaar toch omgedoopt tot de Grand Prix van Azerbeidzjan. Na Spa-Francorchamps is het het langste circuit op de racekalender met 6.003 kilometer. En Bakoe was vorig jaar het toneel van de hoogste snelheid ooit gereden met een Formule 1-auto, met 378 km/h door Valtteri Bottas tijdens de kwalificatie in de Williams. Het officiële record, dat alleen in de race kan worden verbroken, staat nog op naam van Juan Pablo Montoya, die in 2005 tijdens de Grand Prix van Italië 372,6 km/h aantikte.

Ondanks de positieve feedback van de coureurs lijkt het publiek het circuit nog niet te hebben gevonden. Vorig jaar werden er maar 28,000 tickets verkocht en was het de minst bezochte race op de kalender.