Heel even mocht de rookie Alexander Rossi hopen op een verrassing, op een stunt: een punt scoren voor Manor, in zijn thuisrace. Het bleef bij dromen voor de Amerikaan, die uiteindelijk twaalfde werd.

Rossi evenaarde zo alsnog Manors beste finish van het jaar, maar hij moet toegeven dat het er wel even heel mooi uit zag toen hij tijdens de tweede virtuele safety car-fase een aantal ronden als elfde rondreed, en daarna weer kortstondig, zes rondjes voor het einde.

“Ik denk dat iedereen heel voorzichtig het gevoel begon te krijgen dat een punt misschien binnen bereik was”, vertelt Rossi, die natuurlijk hoopte op uitvallers onder de fel vechtende coureurs voor hem. Deze bleven echter uit, terwijl hijzelf dus nog een plekje moest inleveren.

Rossi werd zodoende twaalfde en laatste. “Het mocht dus niet zo zijn, wat het scoren van een punt betreft, maar dat doet er niet aan af dat het een fantastische dag voor me was. Dit is een mooi resultaat voor het team en voor mij en ik ben er heel trots op dat ik voor eigen publiek – in pas mijn derde publiek – het beste resultaat van het team heb kunnen evenaren.”

Het enige negatieve aan Rossi’s race, is dat hij en zijn teamgenoot Will Stevens elkaar raakten bij de start. Rossi kon na een pitstop verder, Stevens niet. “We moesten een aangeslagen Williams ontwijken. Daardoor botsten we. Het spijt me voor Will dat dit voor hem einde race betekende.”

Stevens rekent het zijn teamgenoot niet echt aan, maar baalt wel. Temeer omdat hij ‘slachtoffer’ was van zijn eigen goede start. “Ik kwam heel goed weg en was al voor de eerste bocht voorbij aan Alex. Met een klap kwam mijn race toen echter tot een einde, want ik werd van achteren geraakt. De schade was te groot en ik kon niet verder.”

“Het is wat het is en het heeft geen zin om bij de pakken neer te zitten, maar ik had juist gehoopt dat het een mooie wedstrijd kon worden nu de baan hier eindelijk droog aan het worden was. Ik richt mijn blik nu echter maar op de race in Mexico.”