Pech. Een ander woord heeft Max Verstappen er niet voor. Bij de start ging het mis en zo pakte de Grote Prijs van Spanje heel anders uit dan hij gehoopt had.

In 2016 was het Verstappen die natuurlijk ijzersterk naar de zege reed, maar in de eerste plaats profiteerde van de botsing tussen de Mercedes-coureurs in ronde één. In 2017 was hij zelf het slachtoffer van een botsing in de openingsronde.

“Pech”, noemt Verstappen het voorval dat hij in de eerste bocht heeft met Valtteri Bottas en Kimi Räikkönen, ten overstaan van Ziggo Sport. “Ik zag dat de Ferrari opeens naar links ketste. Ik liet nog een beetje ruimte. Het had zomaar goed kunnen gaan en dan had ik gelijk twee man gehad, maar deze keer niet.”

“Het gaatje was er absoluut”, vervolgt Verstappen. “Anders zou ik daar niet gaan zitten. Het is jammer. Zij raken elkaar, de één ketst naar buiten en daar zit ik. Einde race zo, helaas”, legt de Nederlandse Red Bull-coureur zich erbij neer. Want hoewel Verstappen het nog terug tot de pits redt, is de schade aan de ophanging van zijn auto te groot om verder te gaan.

Een eenzame race voor Ricciardo. Gelukkig was het lekker weer voor een zondagsritje.

Ricciardo
Met het uitvallen van Verstappen en Räikkönen – en later Bottas, met motorpech – is het Daniel Ricciardo die in de andere Red Bull naar de derde plek rijdt. Alsof het een soort zondagsritje is, want spannend is de race niet voor de Australiër, aangezien hij deze in een niemandsland doorbrengt. Hij finisht 1 minuut 10 achter nummer twee Vettel, maar ruim voor Force India’s Sergio Pérez.

“We hadden natuurlijk geluk met de uitvalbeurt van Valtteri, maar je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. Ik ben blij om op het podium te staan”, zegt de coureur die daar voor de eerste keer dit jaar een beker in ontvangst mag nemen. “Lekker ook om weer wat champagne te mogen spuiten.”