Aan de vooravond van de eerste testsessie in Valencia, geeft Fernando Alonso zijn visie op het nieuwe seizoen.

Door Dieter Rencken

De eerste testdag staat voor de deur. Een belangrijke dag, voor een belangrijk seizoen. Zijn er belangrijke zaken waar je je zorgen over maakt op dit moment?
“Ik maak me geen zorgen. Dit is het begin van het seizoen. We hebben nog geen verwachtingen en nog geen grote problemen. We moeten nog beginnen met testen. In Valencia komen we iets meer te weten. Voor de openingsrace ondergaan de auto’s nog veel wijzigingen en ook bij de derde en vierde race volgen updates. De auto’s veranderen altijd gedurende het seizoen. Dus in zo’n lang seizoen kunnen we veel veranderingen verwachten. Wat er begin februari gebeurt, is dus niet zo belangrijk. Natuurlijk willen we zo goed mogelijk aan het jaar beginnen, maar er is hoe dan ook geen reden voor paniek.”

En jijzelf, zie jij er in Bahrein hetzelfde uit als nu?
“Waarschijnlijk niet, want mijn moeder is er niet van gecharmeerd. Ik heb dan waarschijnlijk een meer standaard ‘look’.”

En wat betreft je gewicht en fitness?
“Ik zal erg fit aan de start verschijnen van de eerste race. Of misschien de tweede race, omdat ik dit jaar wat later ben begonnen, omdat ik voor een langere periode fit wil blijven. De kerstperiode en januari waren goed, ondanks een kleine beenblessure. De afgelopen week was erg intensief. Ik heb in Spanje 30 uur op de fiets gezeten en daarnaast nog gezwommen en hardgelopen. Dus ik voel me fit. Mijn gewicht is ook op orde. Vanwege KERS is het minimumgewicht verhoogd, dus zijn er geen problemen op dat gebied.”

Heeft de hogere zitpositie in de Ferrari F150 invloed op het zicht?
“De voorkant is inderdaad iets hoger dan in 2010. Vorig jaar hadden we geen optimaal zicht op het asfalt, dus moesten we hoger zitten. Maar het zicht is hetzelfde gebleven, want de auto is hoger en wij zitten hoger, dus de hoek is gelijk.”

Wat vind je van de invoering van de verstelbare achtervleugel? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als er drie auto’s achter elkaar rijden?
“Er is veel onduidelijkheid over de betreffende regels. Je mag de flap verstellen, maar alleen op een bepaald recht stuk, waarschijnlijk aan het eind van de ronde. Het is dus zaak de voorafgaande bocht binnen 1,5 seconde van je voorligger te blijven. Dat valt niet mee wanneer je iemand wilt inhalen die ongeveer even snel rijdt. Dus ik verwacht niet buitensporig veel inhaalacties. De eerste races zal het nog erg wennen zijn. Als in Bahrein een treintje ontstaat met meerdere auto’s achter elkaar kan dat wat risico’s met zich meebrengen bij het remmen, maar het is koffiedik kijken.”

Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten de komende anderhalve maand? Wat doe je op de dagen dat je wel op het circuit bent, maar niet in de auto zit?
“Natuurlijk zijn de dagen dat je niet rijdt ook zeer belangrijk. Dat was vorig jaar ook al zo. We volgen hetzelfde programma. Of ik rij zelf, of ik ben op het circuit om te kijken hoe het Felipe Massa vergaat. Misschien heb ik niet genoeg tijd om alles tests te doen en dan zal hij het afronden, of andersom op andere circuits. Het is dus echt een wisselwerking, een teamprestatie. We moeten allebei zoveel mogelijk testen en de beste oplossingen vinden voor het team.”

Is het met zoveel extra activiteiten in de cockpit minder leuk om te rijden?
“Nee. Het wordt wel lastiger. Het is nooit makkelijk om een auto op hoge snelheden te besturen met grote precisie. Daar komt nu bij dat je de achtervleugel kunt verstellen en KERS moet activeren. De kunst is om hier sneller vertrouwd mee te raken dan de concurrentie, zodat je er voordeel uit kunt halen.”

Een andere nieuwe parameter dit jaar is de bandenslijtage. Denk je dat coureurs met een meer agressieve stijl benadeeld worden?
“Dat is afwachten. We hebben slechts enkele indicaties op basis van de tests in Abu Dhabi. De slijtage zal misschien hoger zijn dan vorig jaar. Wellicht is dat bewust gedaan om meer pitstops te krijgen en strategie een belangrijkere rol te laten spelen. Het is onze taak om voorzichtig met de banden om te gaan, met onze rijstijl en de afstelling. Als je maar één stop hoeft te maken in plaats van twee, is dat natuurlijk sneller en kun je veel tijd terugwinnen. Eén van de prioriteiten deze winter is de nieuwe banden doorgronden.”

Je hebt jezelf ten doel gesteld om de wereldtitel te winnen. Welke andere teams zie je in staat om mee te doen om de winst van het kampioenschap?
“Ik vraag het uiterste van mezelf. Mijn doel is altijd hetzelfde, kampioen worden. Daar werk ik dagelijks voor. Ferrari heeft veel potentieel. Dat zie je al aan de presentatie. Wij zijn een van de weinige teams die iets speciaals organiseren. De andere houden een korte introductie voor de tests in Valencia. Ik ben blij dat Ferrari de traditie in stand houdt. Maar er zijn natuurlijk meer competitieve teams. Mercedes heeft de capaciteiten om een goede auto te bouwen. Evenals McLaren en Red Bull, de regerende kampioen. We hebben veel respect voor hen, maar gaan graag het gevecht aan.”

Wat zijn de sterkste punten van de Ferrari F150?
“Dat is moeilijk te zeggen, omdat we nog niet getest hebben. In Valencia kunnen we de sterke punten vaststellen, en de verbeterpunten. Hopelijk is de auto betrouwbaar, en daar ga ik wel van uit. We hebben vijftien dagen om te testen, waarin we moeten wennen aan KERS en de Pirelli-banden, dus dan wordt het lastig als de auto steeds stilvalt. Betrouwbaarheid is dus een pijler. En beetje bij beetje krijgen we de krachtsverhoudingen in beeld. Een ander speerpunt is de continue ontwikkeling en verbetering van de auto. Van januari tot november werken we aan nieuwe onderdelen. Dat is een kwaliteit van Ferrari en daar moeten we gebruik van maken.”

Je had weinig invloed op de auto van 2010 omdat je pas op 1 januari tot het team toetrad. Hoeveel invloed heb je kunnen uitoefenen op deze auto?
“Ik denk niet dat je op een speciaal deel van de auto meer invloed kunt hebben. Maar toen ik bij het team kwam, trof ik een auto aan die heel anders was dan waar ik de voorgaande jaren in had gereden. Nu rijd ik in een evolutie van de auto van vorig jaar. Alle ontwikkelingen hebben invloed op je rijstijl en daar kunnen de ontwerpers rekening mee houden. Ik verwacht me dus meer op mijn gemak te voelen in deze auto. Bovendien ken ik het team nu door en door. Dat was vorig jaar nog niet het geval. Toen had ik ook nog niet de telefoonnummers van de technische mensen. Nu wel, en ik bel ze regelmatig om de druk erop te houden. In Valencia gaan we zien of het heeft geholpen.”