Mark Webber kijkt, opmerkelijk genoeg, met een goed gevoel terug op de seizoenstart van 2013. Hij is vooral tevreden over zijn eigen manier van rijden in de eerste races, behalve in Bahrein.

Als we zijn seizoensstart onder de loep nemen, zien we dat hij de openingsrace als tweede begon. Er zat echter niet meer dan een zesde plaats in voor de Australiër. De tweede race start hij als vijfde en wordt, na de veelbesproken inhaalactie van Vettel, tweede. In China valt hij door fouten van zijn team uit, nadat hij de race sterk is begonnen. Ook in Bahrein kan hij geen potten breken en start en finisht op de zevende plaats. In het kampioenschap heeft hij maar liefst 45 punten achterstand op teamgenoot en WK-leider Vettel.

“Ik ben erg tevreden over mijn huidige vorm”, vertelt Webber. “Eigenlijk ging het al lekker vanaf de wintertests. Behalve het moment dat ik tegen Jean-Eric Vergne aanreed in China, is eigenlijk alles goed gegaan in de eerste drie races. Alleen Bahrein was wat minder. Ik heb zin om in Europa te gaan racen. Het gaat nu goed.”

Toch is er nog wel iets waar Webber mee zit. Net als de rest van het Red Bull-kamp is ook de Australiër geen fan van het rubber van Pirelli. “We kunnen niet vechten op de baan”, klaagt Webber. “Het ziet er misschien allemaal leuk uit op televisie, maar de banden raken snel op en de inhaalacties zijn met DRS. Dat is voor ons gewoon minder.”

In Bahrein had Webber veel problemen met zijn banden. Een vierstopper was het gevolg. “We moeten op een bepaald tempo rijden”, vervolgt Webber. “Het is zoeken naar de juiste balans tussen het sparen van banden en het racen tegen andere coureurs. Ik was aan het racen om mijn positie te behouden. Ik kon niet anders. Ik had op meer gehoopt op het einde, maar er zat niet meer in.”