Tijdens iedere Grand Prix wordt er een talloze hoeveelheid aan bandensets gebruikt. Het gebruik van de juiste banden kan het verschil maken tussen winnen of verliezen. Maar hoe werkt het bandenreglement? Welke soorten banden bestaan er? En wie levert de banden? In dit artikel duiken we in het F1-bandenreglement.
Wie levert de banden voor Formule 1?
Pirelli is sinds 2011 de exclusieve bandenleverancier van de Formule 1. Hierdoor gebruikt elk team dezelfde banden, waardoor er een eerlijk speelveld wordt gecreëerd. Pirelli biedt een reeks banden die ontworpen zijn om onder verschillende omstandigheden, optimaal te presteren. In het seizoen van 2022 heeft Pirelli een grote uitdaging gekregen. Al jaren werd er gereden op banden van 13 inch, maar vanaf 2022 werd er gekozen om met dikkere banden van 18 inch te gaan rijden. Deze ontwikkeling blijft verder groeien want vanaf 2026 moet Pirelli nog smallere banden ontwikkelen, die evenveel grip bieden als nu.
LEES OOK: Longread: Achter de schermen bij Pirelli, het ‘elfde team’ in Formule 1
Welke verschillende F1-banden zijn er?
Coureurs en teams kunnen kiezen uit verschillende soorten banden: Soft, Medium en Hard. Als een band zachter is, plakt deze meer aan de baan en geeft deze meer grip. Hierdoor rijdt een softband sneller, maar tegelijkertijd slijt deze compound ook sneller. Je kan er dus korter op rijden. Met een harde band ga je iets trager, maar daarmee kan je juist langer doorrijden. Hierdoor is deze optie duurzamer dan een zachtere compound. Een medium band is een mooie middenweg. Alle banden hebben een kleur om aan te geven met welke banden er gereden wordt.
Wat zijn bandencompounds?
Pirelli heeft in totaal vijf soorten bandentypen, dit noem je compounds. De hardste compound is C1 en de meest zachte compound is C5. Daarnaast bestaan er ook wets en regenbanden, deze worden later in het artikel beschreven.
- C1 (hardste compound): Geschikt voor circuits met hoge slijtage en warme temperaturen.
- C2: Een allrounder die balans biedt tussen prestaties en duurzaamheid.
- C3: Deze band is veelzijdig en wordt vaak gekozen als standaardband.
- C4: Deze band heeft meer grip dan C3, maar slijt sneller.
- C5 (zachtste compound): Dit is de snelste band, maar slijt ook het snelst en is daarom minder duurzaam.
Pirelli overweegt per circuit welke drie compounds het meest geschikt zijn voor de omstandigheden. Op het moment dat Pirelli bijvoorbeeld de C3, C4 en C5 banden meeneemt, wordt C3 in dat geval gezien als de harde band.
F1-banden tijdens de Grand Prix
In de regels van Formule 1 staat dat elke coureur minimaal twee verschillende compounds tijdens een race moet gebruiken. Het verwisselen van de banden wordt gedaan tijdens een pitstop. Afhankelijk van het circuit en andere omstandigheden kiest Pirelli altijd drie verschillende compounds die de teams mogen meenemen naar een raceweekend. Formule 1-teams kunnen in totaal dertien sets banden meenemen naar een Grand Prix-weekend. Na elke vrije training moeten teams twee bandensets inleveren, waardoor er uiteindelijk zeven sets overblijven voor de kwalificatie en de race. Daarnaast heeft elke team ook nog vier sets aan intermediates en drie sets met regenbanden.
LEES OOK: Hoe werkt het bandenreglement met een sprintkwalificatie?
Regenbanden en intermediates
Als het regent rijden coureurs op banden met extra profiel. Bij een heel nat circuit worden de blauwe banden gebruikt, of ook wel ‘full wets’ genoemd. Als de regen minder heftig is, worden er intermediates, of ook wel de groene banden onder de auto’s geplaatst.
Hoeveel kost een F1-band?
Ongeacht of het een harde, medium of zachte band is, wordt de waarde van een F1-band geschat op €375,- per band. Een bandenset zou dan €1500,- kosten. Elke coureur neemt dertien sets mee naar een Grand Prix-weekend. Als je bedenkt dat er ongeveer 24 Grand Prix-weekenden per seizoen zijn, kunnen de kosten voor banden dus best hoog oplopen. Maar als je het vergelijkt met andere kostenposten van de Formule 1 valt het in verhouding mee.