Een officiële bekendmaking is vooralsnog uitgebleven, maar naar verluidt hebben de Formule 1 teams een akkoord bereikt over het terugdringen van de kosten voor een klantenmotor.

De voorbije twee dagen staken de Strategy Group en de F1 Commissie de koppen bij elkaar om onder andere te praten over hoe de kleinere teams in de toekomst financieel kunnen worden ontzien. Eerdere plannen voor een onafhankelijke motorleverancier liepen na weerstand van de huidige motorleveranciers op niks uit, waarna de teams de opdracht kregen zelf met een oplossing voor de hoge kosten voor krachtbronnen te komen.

De teams hebben daarom afgesproken klantenmotoren te leveren voor een maximumbedrag van twaalf miljoen euro per seizoen. Om die prijs te kunnen garanderen zouden er onder andere meer standaardonderdelen geïntroduceerd worden.

De nieuwe regels die erop gericht zijn een vol Formule 1-veld ook in de toekomst te garanderen, zouden in 2018 in moeten gaan. Als tegemoetkoming aan de teams is er eveneens besloten dat de huidige V6-turbo’s gehandhaafd blijven tot en met 2020 en is het plan een onafhankelijke motorbouwer toe te laten treden tot de Formule 1 van de baan.