Giedo van der Garde maakt aanstaand weekend zijn debuut als Formule 1-coureur. In Melbourne start hij met nummer 21 voor Caterham. Het cijfer 21 is een bijzonder getal voor onze landgenoot. Om die reden beantwoordt hij aan de vooravond van zijn debuutrace maar liefst 21 vragen.

1. Met wat voor gevoel trek jij zondag 17 maart in Melbourne de gordijnen van je hotelkamer open?
“Met een heel apart gevoel, dat weet ik zeker. Dat is de dag waar ik mijn hele leven naar toe heb gewerkt. Het is een proces van bloed, zweet en tranen geweest, maar ik ben ontzettend trots dat het gelukt is en dat ik bij de eerste Formule 1-Grand Prix  van het seizoen in een auto op de grid mag staan. Ik denk dat er ook vlak voor de start tal van gedachten door mijn hoofd zullen flitsen, dat is bijna onvermijdelijk. Uiteindelijk heb ik het samen met mijn sponsor McGregor toch maar mooi geflikt. Ik ben vast van plan om van mijn debuut te gaan genieten.”

2 Hoe groot is het verschil tussen de GP2-klasse, waar je de afgelopen vier jaar in uitkwam, en de Formule 1?
“Het is zeker een groot verschil. Qua manier van rijden valt het op zich mee, maar alles gaat een stuk sneller. Later remmen, eerder op het gas,
sneller door de bochten. Vooral de snelle bochten zijn heel anders. Daarnaast komt er naast de baan natuurlijk veel meer bij kijken. Het is veel drukker, je hebt ook meer mensen om je heen, maar dat is niet erg. Ik voel me thuis bij het team van Caterham en heb ontzettend veel zin in het seizoen.”

3 Hoe ziet het team om je heen eruit?
“Allereerst is er de teambaas, Cyril Abiteboul. Daarnaast is er een aantal andere belangrijke mensen en sponsors met wie je frequent contact hebt. Maar verder heb ik vooral te maken met de verschillende engineers, die allemaal hun eigen vakgebied hebben. Voor het hele team zijn er maximaal zestig mensen aan het werk, dus eigenlijk werken er dertig mensen voor mij. Dan heb ik de mensen die in Leafield in de fabriek werken nog niet eens meegerekend, want dat zijn er nog eens 250. Mijn teamgenoot Charles Pic en ik staan feitelijk aan het eind van een ketting, waar driehonderd mensen bij betrokken zijn. Nee, die wetenschap geeft geen extra druk. Caterham is een team waar je alle kansen krijgt om te leren.”

4. En dan heb je nog Carlos Corell, je persoonlijke trainer. Hoe belangrijk is hij voor je?
“Ontzettend belangrijk. Carlos is een goede kerel, die ik al jaren ken, die ik blindelings vertrouw en die altijd overal bij is. Hij houdt me rustig en kijkt ook naar mijn trainingsprogramma. Maar behalve met Carlos werk ik ook met de rest van het team uitstekend samen.”

5. Time-management wordt door F1-coureurs vaak als de belangrijkste uitdaging genoemd. Wat verwacht jij daarvan?
“Ik moet het natuurlijk allemaal nog ervaren, maar zelfs tijdens de testdagen voor het seizoen was iedere minuut van de dag gevuld. Het is belangrijk om in dat drukke schema af en toe een gaatje te vinden om tot rust te komen en te ontspannen. Maar bij een kleiner team zal dat waarschijnlijk makkelijker gaan dan bij bijvoorbeeld Ferrari of Red Bull Racing.”

5. Hoe ontspan je tijdens een wedstrijdweekeinde?
“Ik ben gek van muziek, dus ik mag graag even op een rustig plekje naar muziek luisteren. Gewoon lekker chillen. Als coureur heb je bij het team je eigen kamer waar je je kunt terugtrekken met onder andere een massagetafel annex bed. Als je wilt en de ruimte is er kun je zelfs even een korte siësta houden.”

6. Met het bereiken van de Formule 1 is je droom uitgekomen. Hoe ziet je volgende droom eruit?
“Dat moeten we nog even bekijken. Ik wil eerst zoveel mogelijk leren, races uitrijden en ervaring op het allerhoogste niveau opdoen. Maar natuurlijk wil ik verder en de volgende stap zetten. Het zou mooi zijn om de eerste coureur voor Caterham een WK-punt te scoren en daarnaast zou het fantastisch zijn om met het team hogerop te komen. Volgend jaar krijgen we in de Formule 1 te maken met andere regels en nieuwe motoren, dat biedt mogelijkheden. Mijn persoonlijke doel is in ieder geval om dit de komende jaren te blijven doen.”

7. Wat voor een team is Caterham?
“Het is een jong team, waar kei- en keihard gewerkt wordt om beter te worden. Cyril, onze ceo, is een goede man voor wie ik veel respect heb. Hij is echt aan het pushen om het team naar een hoger niveau te brengen.  We hebben tijd nodig, maar we gaan zeker stappen in de goede richting zetten. Caterham is een ambitieus team waar ik ontzettend veel vertrouwen in heb.”

8. Jouw prestaties tijdens het seizoen zullen worden vergeleken met die van je Franse teamgenoot Charles Pic. Ben je met die interne strijd bezig?
“Nee, op dit moment helemaal niet. Er is voor mijn gevoel ook niet echt een concurrentiestrijd gaande. We zijn allebei twee jonge rakkers. Charles heeft inmiddels al een jaar ervaring in de Formule 1, waar ik mijn voordeel mee kan doen. Maar uiteindelijk zullen we het samen op de baan moeten gaan uitvechten, dat is logisch. Het is echter in ieders belang om het team vooruit te helpen en dat zijn we ook vast van plan. We zullen het samen
moeten doen.”

9. Wat voor een coureur is Charles Pic?
“Ik ben blij met hem als mijn teamgenoot. Charles is een getalenteerde en professionele jongen, die hard werkt en ook vooruit wil. Ik ken hem al sinds 2011 toen we in de GP2-klasse uitkwamen voor het team van Addax. Charles was ook één van de eerste mensen die me feliciteerde met mijn contract bij Caterham. Hij stuurde me een sms’je met de tekst ‘Team Addax in de Formule 1’. Dat was leuk van hem.”

10. Ben je beducht om brokken te maken. Anders gezegd: Begin je als debutant in de Formule 1 extra voorzichtig aan het seizoen?
“Ik gedraag me bij de start altijd redelijk normaal, al jaren. De meeste coureurs begrijpen wel dat je bij de start niet alles kunt winnen, maar wel alles kunt verliezen. Een race duurt zo’n anderhalf tot twee uur waarin heel veel kan gebeuren. Vooral de eerste race is het belangrijk dat je de race uitrijdt en verder geen gekke dingen doet. Maar soms zal het nodig zijn een zeker risico te nemen om  mensen voorbij te kunnen gaan, maar dat is een kwestie van aanvoelen, van inzicht.”

11. Word je als nieuweling in de Formule 1 tijdens races extra op de proef gesteld of moet je in het begin van het seizoen een paar keer je tanden laten zien?
“Geen idee., Dat antwoord kan ik pas na enkele races geven. Maar het is wel zo dat ik de meeste jongens al jaren ken. Tegen sommigen heb ik geracet en enkelen heb ik ook verslagen. Weet je, het is vooral belangrijk dat er tussen coureurs onderling respect bestaat. En je moet uiteraard sterk in je schoenen staan, maar dat sta ik zeker.”

12. Hoe heb je je fysiek op het seizoen voorbereid?
“Ik ben fysiek en mentaal een flink aantal procenten sterker geworden. Mijn voorbereiding was niet fantastisch. Op 1 januari heb ik tegen mezelf gezegd: ‘En nu ga je keihard trainen’. Op dat moment was mijn toekomst in de autosport nog onduidelijk. Het was in die periode niet altijd makkelijk om de motivatie op te brengen, maar ik heb wel iedere dag keihard getraind en mijn trainingsprogramma afgewerkt. Ik heb nergens verzaakt. Eind
januari kreeg ik vervolgens te horen dat de deal met Caterham doorging en dat gaf vanzelfsprekend een enorme boost om er nóg harder tegenaan te gaan. Ik heb in de aanloop naar dit seizoen veel op mijn nekspieren getraind vanwege de g-krachten waar je in de Formule 1 mee te maken hebt, en veel op mijn duurvermogen. Mijn basis is ontzettend sterk nu. Zodra straks het seizoen eenmaal onderweg is, is het vooral een kwestie van bijhouden.”

13. Hoe vaak heb je de afgelopen maanden gedacht dat het niet zou lukken om in de Formule 1 te belanden?
“Die momenten zijn er wel geweest natuurlijk, maar serieus, ik ben er altijd in blijven geloven. Het is ook ontzettend vet dat het is gelukt. Ik voel me een bevoorrecht mens dat ik dit allemaal mag meemaken.”

14. Het circuit van Melbourne, Albert Park, ken je nog niet. Heb je veel tijd in de simulator doorgebracht?
“Mwah. Ik heb thuis een dag in mijn eigen simulator gezeten. Meer niet, meer gelegenheid was er niet namelijk. Ik heb thuis wel mijn eigen trainingskamer. Er staat een crosstrainer, een hardloopband, een nektrainer, een fiets, er liggen een aantal gewichten en er staat een simulator
opgesteld. Dat is een kuipje met drie schermen, waar ik regelmatig gebruik van maak. Maar wat betreft Australië: ik ken het circuit inmiddels en de
versnellingen die je moet gebruiken. Maar de rest zal ik pas ter plekke ondervinden. En dat is the real thing.”

15. Je bent de vijftiende Nederlandse coureur in de Formule 1. Wat zegt dat jou?
“Dat het best heel bijzonder is. Formule 1-coureur ben je ook voor altijd. Over tien of twintig jaar staat mijn naam op alle lijstjes met oud-F1-coureurs, dat is leuk om later aan mijn kinderen te laten zien en het is natuurlijk ook iets om trots op te zijn. Maar dat komt allemaal later. Eerst wil
ik de komende jaren presteren in de Formule 1, daar draait het allemaal om. Ik hoop een positieve impact op de sport in Nederland te hebben, ik wil een goede ambassadeur zijn voor de autosport in Nederland. Zelf ben ik een aantal jaren geleden met karten begonnen vanwege de successen van Jos Verstappen. Ik hoop dat in de toekomst kleine kinderen gaan karten vanwege mij. Dan zou ik me vereerd voelen. Ik ga in ieder geval alles doen om in de Formule 1 goed voor de dag te komen.”

16. In hoeverre is je leven de afgelopen weken al veranderd?
“Enorm! Ik heb nog maar weinig vrije tijd. Je wordt al een beetje geleefd en mensen op straat gaan je steeds vaker herkennen. Maar ik ben veel onderweg, dus het valt op zich ook wel weer mee. Maar leuk is het zeker. Herkenning is erkenning, zeg ik altijd.”

17. Wat is voor je gevoel het zwaarste aspect van rijden in de Formule 1?
“Alles wat er naast de baan gebeurt. Je maakt enorm lange dagen. Tijdens de testdagen zit je van negen tot half vijf in de auto, maar ondertussen
ben je wel al om half acht ’s ochtends op het circuit en ben je pas ’s avonds rond tienen terug in het hotel. Dat zijn megalange dagen en iedere minuut is ingevuld. Dat is zwaar, maar tegelijkertijd geeft het een ontzettend bevredigend gevoel. Iedereen in het team doet er alles aan om de auto te
verbeteren.”

18. Hoe belangrijk zijn Jan Paul ten Hoopen en Jeroen Schothorst, de twee mensen die jouw management verzorgen, de afgelopen periode voor je geweest?
“Heel belangrijk uiteraard. We zijn in 2008 samen begonnen met als doel, als droom om de Formule 1 te halen. Dat het gelukt is, hebben we aan elkaar te danken. Zonder talent kom je er niet, maar zonder goed management ook niet. Zij hebben superwerk geleverd. Ik ben blij dat ik zulke goede mensen om me heen heb, waardoor ik me kan focussen op de sport.”

19. Behalve talent en goed management is geld ook niet onbelangrijk. Kun je iets zeggen over de rol van McGregor?
“Ik ben ontzettend blij met zo’n trouwe en loyale sponsor die altijd in mij is blijven geloven. In Formule 1 is geld ontzettend belangrijk, maar zonder talent kom je er echt niet. Ook al heb je nog zoveel knaken, als je niet kunt sturen ben je kansloos.”

20. Wie is voor jou de favoriet om in 2013 wereldkampioen Formule 1 te worden?
“Dat vind ik in dit stadium nog moeilijk te zeggen. Je weet niet precies wie wat gedaan heeft tijdens de testdagen voor het seizoen en hoe hard ze gepusht hebben. Wel heb ik gezien dat de ‘long runs’ van sommige teams redelijk constant waren. Met name Mercedes en Lotus waren erg sterk, maar pas na Melbourne zullen we het echt weten. Ongetwijfeld zullen de grote teams Ferrari, McLaren en Red Bull ook weer gewoon goed voor de dag komen. Ik verwacht een spannend seizoen. En wat Caterham betreft: voor ons zal het belangrijk zijn om in eerste instantie Marussia voor te blijven. Voor de vierde Grand Prix van het seizoen, in Barcelona, verwachten we een belangrijke update waarvan ik hoop dat die goed gaat werken.”

21. Tenslotte, wat heb je eigenlijk met het getal 21?
“Veel, heel veel. Met 21 werd ik in 2008 wereldkampioen in de World Series by Renault en 21 is mijn eerste nummer in de Formule 1 als coureur. 21 Is de McGregor jongerenlijn. Die combinatie maakt het voor mij een bijzonder getal.”

Dit interview is beschikbaar gesteld door de persadviseur van Giedo van der Garde.