Caterham-teambaas Cyril Abiteboul vindt het jammer dat zijn team als elfde en laatste is geëindigd in het kampioenschap, maar weet hoe dat komt en legt de schuld niet bij zijn coureurs.

“Het is uiteraard een teleurstelling dat we als elfde zijn gefinisht”, verzucht Abiteboul, voor wie het zoals gezegd duidelijk is waar het mis is gegaan: “We begonnen dit seizoen met de auto van vorig jaar en waren daardoor in de eerste drie races trager dan Marussia, waarbij we de tiende plaats bij de constructeurs gelijk in de tweede race – in Maleisië – al verloren hebben.”

“Dat het op die manier is gelopen en we de rest van het seizoen vergeefs jacht hebben gemaakt op de tiende plek, is extra frustrerend omdat de door ons geplande strategie voor het doorontwikkelen van de auto verder wel vruchten heeft afgewerkt en we ons vanaf de vierde race qua snelheid op het circuit juist goed hebben ontwikkeleld.”

Uiteindelijk heeft het echter niet mogen baten, en ook dat kan Abiteboul wel relativeren: “We moesten in 2013 voorzichtig met de beschikbare middelen omspringen, aangezien we 2014 en onze voorbereidingen daarvoor niet in gevaar wilden brengen. Dat is voor ons altijd de afweging en de uitdaging geweest.”

Dank
De teambaas weigert dan ook zijn personeel, waaronder coureurs Charles Pic en Giedo van der Garde, de zwarte piet toe te spelen. “Ondanks het uiteindelijke resultaat, wil ik de coureurs en de rest van het team van harte bedanken voor hun inzet.”

“We hebben zowel op de baan als op de fabriek in Leafield een mix van ervaren krachten en jonge talenten rondlopen, en ze hebben allemaal hun beste beentje voorgezet in 2013.”

“Onze partners en aandeelhouders steunen ons bovendien onvoorwaardelijk en daardoor – maar ook door de verschillende investeringen die ze in het team doen – ziet onze toekomst er rooskleurig uit. We zullen ons over de winter herpakken en er weer staan in 2014.”

Coureurs
Wie er in 2014 in de Caterham-bolides zitten, is nog onduidelijk. Pic en Van der Garde hopen aan te blijven, maar ondervinden concurrentie van testrijder Heikki Kovalainen, de Zweedse GP2-coureur Marcus Ericsson – die in Brazilië als gast van het team aanwezig was – en vermoedelijk nog een reeks andere coureurs die interessant kunnen zijn voor een team dat een mix van talent en geld zoekt.